1017 Door bet lederen klepje los te maken en om te slaan, kan men een opgevouwen topographiscke kaart in het doosje schuiven. Het spreekt van zelf', dat de afmetingen van het doosje ten nauwste verband houden met de grootte en dikte van de te bezigen opgevouwen kaart. Door de deelen, waarin de kaart bij het opplakken gesneden wordt, alsmede de opgeplakte kaartbladen zelve niet te groot te nemen, kunnen de afme tingen van het étui beperkt blijven. Men dient hierbij met de eisclien van de praktijk te rade te gaan. Stemmen de afmetingen van étui en de kaart behoorlijk overeen, dan drukt de opgevouwen en in het étui geschoven kaart met haar boven vlakte tegen de doorschijnende schuif en is zij dus duidelijk te lezen. De ruiteering op de schuif veroorlooft met een oogopslag de afstanden van verschillende punten in het terrein te bepalen, terwijl de schuif tevens als croquis kan dienen, doordat men er met een zacht potlood troepenopstellingen, gewijzigde terreinvormen enz. op kan aanteeke- nen; een en ander kan na het gebruik wederom worden weggewischt. Op het lederen klepje zijn twee taschjes aangebracht, een linker a, dienende om de hieronder beschreven meetvork fig. 2 en 3 op te nemen> en een rechter e tot het vasthouden van een kompas. Meetvork en kompas zijn onderling met een koordje verbonden, teneinde het verloren gaan van de eerste bij eventueel uitvallen te verhoeden. Voorts zijn hier nog 2 ringetjes aangebracht om het étui door middel van een koord om den hals te kunnen hangen. Aan de binnenzijde van het klepje kunnen in daarvoor bestemde lissen eenige potlooden worden gestoken. De meetvork dient tot vervanging van een curvimeter en dubbele decimeter, voorwerpen, welker medevoering in het terrein nog al bezwaar lijk is. Het is een instrumentje, dat bestaat uit twee op elkander gelegde metalen plaatjes van 4 c.M. lengte, waartusschen twee vorkjes draaibaar om een stift zijn vastgeklemd. Deze vorkjes kunnen doordat de opening voor deze spil een weinig langwerpig is uitgesneden, ook een weinig op en neer bewogen worden. Om de tanden van de vorkjes in en uit te kunnen schuiven en ze in beide standen te kunnen vastzetten, zijn in beide plaatjes uitsnijdingen gemaakt zooals fig. 2 en 3 doen zien. Door het pinnetje g van den vork de opening te doen volgen wordt in fig. 2 het eene vorkje uitgeschoven en in fig. 3 het andere ingeschoven. Deze vorkjes hebben eene zoodanige tandopening, dat zij in verband met de schaal van de gebezigde kaarten de meeste voordeelen aanbieden. "Voor kaarten op een schaal van 1: 100.000 zal die opening bijv. 1 c.M. kun nen bedragen, overeenkomende met een afstand van 1000 M. in het terrein, voor die op eene schaal van 1: 50.000 zal e6ne tandwijdte van 4 c.M. of 250 M. in het terrein praktisch kunnen zijn. Met behulp van deze vorkjes, door ze als een passer te gebruiken, kan men vlug en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 501