1024
het Pedirsche trad de vijand in 1906 minder offensief op, al bleek
ook o a. uit een vuurgevecht, dat een patrouille van Meureudoe in Juni
met een bende van ongeveer 60 man in het heuvelterrein bij Plando
voerde, dat het verzet niet opgegeven werd. Dat men trouwens hier
evenals overal op Atjeh tot voortdurende waakzaamheid verplicht is,
werd wederom duidelijk, toen den 20 Juni '07 het marschbivak te'
keumala Eaja in de Pedirvlakte 's namiddags om 5 uur door een bende
van loO man werd aangevallen. Wel moest deze met achterlating van
dooden afdeinzen doch ook van onze zijde betreurde men 2 dooden
en 8 gewonden, terwijl 2 geweren verloren gingen.
0o!£ ,d® moorf °P den ongewapenden luitenant der genie Mann, in
aar nabij de spoorweghalte te Beureunoen getuigt ervan, hoe de
Pedirees er voortdurend op bedacht is ons nadeel te berokkenen.
De Westkust. Was in de eerste jaren van de 20e eeuw Meulaboh
voornamelijk het gebied, waar de meeste slagen vielen en de vijand zich
het waakzaamst toonde, in 1906 en 1907 verplaatste de strijd zich meer
naar de zuidelijker gelegen afdeeling Tapatoean.
Het was voornamelijk onder invloed van den reeds zoolang gezochten
T. BenBlang Pidie, dat in die afdeeling de oppositie gevoerd werd, want
bij herhaling bleek het bij de verschillende aanvallen, die vooral in het
landschap Meuké op het einde 1906 en in 1907 plaats hadden, dat dit
beruchte bendehoofd er in betrokken was. Allerwege heulde de bevol-
f1.e,Q1Zelfs Vele hoofden' met dezen voortvluchtigen oeloebalang, wiens
verblijfplaats steeds voor de onzen verborgen bleef 1). Zoo was het T.
Ben medio '06 mogelijk geweest zich met een talrijke bende in Meuké
op te houden, zonder dat eenige aanwijzing van de zijde der bevolkino-
volgde en eerst in den nacht van 6 op 7 Augustus, toen een patrouille
onder Luit. Nieuwland met het blanke wapen was aangevallen en zware
verliezen leed, bleek het, hoe dubbelzinnig o.a. de houding van den
oeloebalang van Meuké geweest was. Zware boeten en arrestatie van
dat hoofd waren er het gevolg was.
BhJkbaar was deze straf niet afdoende, want bij herhaling en dat
niettegenstaande voortdurend troepen uit Groot-Atjeh in deze streken
bleven ageeren - trad de vijand in Meuké actief op. Zoo o a. in de maanden
Maart en Mei '07 toen zij tot 2 maal toe een aanval met het blanke
wapen beproefde. Ook in andere landschappen zocht de vijand heil in
«en dergelijke methode om ons verliezen te berokkenen. Zoo verdient
vermelding, dat in Aug. '07 een patrouille van Blang Pidië door kam-
pongvolk, dat den grooten weg schoonmaakte, met de grasmessen werd
schikken!" meD WÜ Z0U T" BlaDg PMië Onoeveer 100 geweren M. '95 be-