586
Kracht
per 1000
K.G.
F
m Afgelegde
weg.
1 O a -g s
FXS
Gedurende de
le sec.
2e
3e
102 W
102 W
102 W
0.50
1.—
1.50
0.50 X W
1— X w
1.50 X W
0.50 [102 W]
1.—[102 wj
1.50 [102 W],
Het kan voorkomen, dat, wanneer W zeer aanzienlijk is bv.
W 100 K.G. per ton het paard, hoewel in staat een kracht
van 306 W 406 K.G. gedurende 1 sec. uit te oefenen de
helft hiervan 102 W 202 K.G. niet gedurende een driemaal
langeren tijd kan volhouden. Het in beweging stellen moet
dan geschieden, door zich met een ruk iD het haam te gooien,,
tenzij het paard zijn snelheid voldoende kan verminderen, zoo
dat de kracht bv. 50 -j- W of nog minder wordt.
Het gebeurt dikwijls dat de paarden, hetzij uit ongeduld,
hetzij dat de geleiders te gehaast te werk gaan, hun snelheid te
vlug willen verkrijgen, waarvoor zij buitengewone krachtsin
spanning moeten leveren, met het gevolg dat zij spoedig versle
ten zijn of zich gaan verzetten. Zoo vermeldt Lavalard in zijn
interessant werk: Le Cheval, dat hij met slechte koetsiers
klachtsinspanningen bij het in beweging brengen van zware
voertuigen t) heeft gemeten van 400 en 450 K.G., terwijl deze
met goede koetsiers onder geheel dezelfde omstandigheden slechts
250 h 275 K.G. bedroegen.
Het geval, dat een paard moet aantrekken door zich met
een ruk in het haam te gooien komt bij goed afgerichte paar
den en geleiders slechts voor, indien de trekweerstand bij het.
aantrekken aanzienlijk grooter is dan hij normaal, gedurende-
de beweging moet zijn.
Is dit niet het geval, dan zal, in het bovenstaande voorbeeld,.
j Arbeid om
<1 den trekweer-
stand per
1000 K.G. te
overwinnen.
1 1
SF 53
■S I S O
<3 -ö
77
77 77
!i geraiddelde trekweerstand bij de door Lavalard gebruikte voertuigen van 10
a K O per ton, kan verwaarloosd worden in verband met de zeer groote traagheids-
weerstand der zware voertuigen (trams).