589
Uitrustingvoeding en verpleging.
In het begin was de uitrusting der op Timor en Soemba gebe
zigde paarden uiterst primitief. Luitenant C. A. Rijnders deelde
daaromtrent het volgende mede:
„Eenige ledige rijstzakken met kapok gevuld, een singel van
„touw en een z. g. rapat, d. i. een hoofdstel, bestaande uit door
„de bewoners gevlochten touw en een stuk hout als gebit, ziedaar
„het hoogst primitief harnachement, waarvan wij in het begin op
„Soemba gebruik maakten."
Luitenant J. J. de Vries, die bij de actie op Timor ook van
bereden infanteriepatrouilles gebruik maakte, bezigde in het
begin voor zadels ook zakken gevuld met alang3 of kapok.
Al spoedig werd echter ingezien dat zulke harnachementen
totaal onvoldoende waren en daarom werden ze bij de bereden
patrouilles op Timor en Soemba door meer moderne harnache
menten vervangen.
Bij de bereden maréchaussee-brigade op Celebes werden met
goedkeuring van het Legerbestuur harnachementen van de daar
aanwezige treincompagnie in gebruik genomen, terwijl ook de
andere op Celebes gebezigde paarden van goede harnachementen
voorzien werden.
De voeding der op Timor gebezigde paarden was al zeer een
voudig, echter, voor de inheemsche paarden daaraan gewend,
voldoende. Ze bestond n.l. alleen uit gras, terwijl de paarden
zelfs alang2 niet versmaden.
Op Soemba wordt aan de paarden behalve ruime grasvoeding
nog 2,5 E.G. padi of djagoeng verstrekt.
Op marsch voert ieder bereden militair hiertoe 6 K.G-. padi
of djagoeng in zakjes mede, welke voorraad in de kampongs
steeds zooveel mogelijk wordt aangevuld.
Op Celebes was de voeding en verpleging beter geregeld.
Ieder bereden militair werd met de verpleging van zijn paard
belast, waartoe hem zooveel mogelijk roskam en andere benoo-
digdheden werden verstrekt. Natuurlijk liet die verpleging bij
ongeoefend personeel en weinig deskundig toezicht wel eens
wat te wenschen over. De bevolking zelve munt hierin echter
ook niet uit, zoodat de toestand der paarden niet achteruit
ging-