590
Beredenheid der manschappenmarschsnelheid.
Van africhting der ruiters was natuurlijkerwijze weinig sprake.
Met uitzondering van het kader waren zij allen Inlanders of Am-
boneezen, waaronder meerdere, die voor hun in dienst treden paard
gereden hadden.
Liefhebbers waren er altijd genoeg te vinden, en in verband met
het gering aantal paarden, deden zij, die tot bereden infanterie
gekozen worden, hun best om te paard een goed figuur te maken.
Hoofdzaak is bij zulke ongeoefende ruiters, dat zij vertrouwen
leeren stellen in hun paard en overtuigd zijn dat het dier hen
overal brengt.
De marschsnelheid was over het algemeen zeer voldoende, meer
dere malen werd het dubbele van de marschnelheid van infan
terie bereikt.
Zoo legde op Soemba luit. Eijnders met zulk een patrouille
verschillende malen per dag een afstand van 50 paal af, terwijl
kapitein de Bruijn op Timor met bereden patrouilles het traject
van Pariti naar Besi Kama (Midden Timor) nabij de Portu-
geesche grens in 6 dagen aflegde, voor welk traject patrouilles
te voet 12 marschdagen noodig hadden.
Over de marschsnelheid der bereden maréchaussee-brigade
was kapitein Christoffel niet bijzonder tevreden, waarbij men
echter wel in het oog moet houden, dat zij ageerde gedurende
een zeer strengen Westmoesson in een over het algemeen zeer
bergachtig terrein n.l. de Adjatapparangsche en Masenrempoe.
loesche landschappen.
Bewapening der ruiters.
Waar het eenigszins mogelijk was gaf men den ruiters mar.
bewapening d.w.z. karabijn en maréchaussée-sabel.
Dit geschiedde o.m. bij de bereden maréchaussée-brigade op
Timor, waar kapitein de Bruyn in zijne betrekking van civiel
en militair gezaghebber uit de hem toegevoegde en met karabijn
en mar. sabel bewapende politiedienaren een 10 man sterke
bereden patrouille vormde.
B*j andere patrouilles, uit infanterie bestaande, werden meer
malen de geweren in de bivaks achtergelaten en de ruiters be
wapend met de sabels en revolvers van het administratieve
kader en der tamboers en hoornblazers.