597
van het prisma B geconstrueerde hoek van 91° 8' 45", zoodat
de hoek a steeds 1° 8' 45" bedraagt, waarvan de tangens onge
veer 1/50 is.
Men vindt dus: D =50 X B.
Aangezien tg a constant is, zal B met den afstand D groo-
ter of kleiner worden. Deze afstand B wordt door schatten of
meten in het terrein bepaald.
De verschillende hoeken zijn niet steeds volkomen gelijk aan
die, welke in de teekening zijn aangegeven, nr. a. w 1 is niet
voor alle afstandmeters gelijk, waardoor het wenschelijk wordt
die waarde voor eens en altijd voor iederen afstandmeter in
het bijzonder te bepalen, hetgeen gemakkelijk kan geschieden
door controle-meting van een bekenden afstand.
Om te voorkomen, dat het noodzakelijk zou wezen in het ter
rein de bovengenoemde vermenigvuldiging met een bedrag van
ongeveer 50 uit te voeren, worden voor iederen afstandmeter
kleine tabellen samengesteld, (zie flg 6), welke in het étui van
het instrument worden geplakt. In die tabellen vindt men
in de 2e en 4e kolom de afstanden D, behoorende bij de
gemeten bases B.
Men meet nu in het terrein op de navolgende wijze: van uit
de standplaats b (fig 5) kan men b.v. een bepaald punt a in eene
vijandelijke infanterie-linie nauwkeurig waarnemen.
De waarnemer gaat nu met zijne schouders in de lijn a b staan,
met den linker naar a gekeerd, houdt het instrument met de
beide eerste vingers van de rechterhand bij het prisma B vast
(zie fig 5a) en zorgt het prisma A met den wijsvinger niet meer
dan voor de helft te bedekken. Vervolgens brengt hij de zijde
r m (fig. 3) van het prisma A op 3 a 4 cM. afstand van het rechter
oog, sluit het linker en zal dan tengevolge van dubbele straal
breking het beeld van a loodrecht op de richting a b in het
prisma waarnemen. De zijde p r (fig 3) van dat prisma staat
dan loodrecht op de lijn a b.
Indien de waarnemer nu over het prisma heenziet, zal hij
het beeld van het punt a zien vallen in de vertikaal van
een ander verwijderd punt in het terrein (de boomstam bij S,
zie fig 5). Zoodoende is de rechte hoek a b S in het terrein uit-
I. M. T. 1907. 42