601 man volkomen kalm voor de schijf komt. Wil men van een man goede resultaten verkrijgen, dan mag hij niet zenuwachtig zijn door de gedachte, dat hij moet schieten; dat schieten moet voor hem een zeer gewone gebeurtenis zijn. Dit er tegen op zien om te schieten is bij jonge man schappen een bestaande kwaal, door ons zoowel in Holland, als in Indië herhaaldelijk opgemerkt. Maar zij bestaat ook bij manschappen, die reeds lang den depóttijd achter den rug hebben. 't Is dus zaak dit den man ten spoedigste af te leeren, 't zij door er hem met tact op te wijzen, 't zij door hem, desnoods zonder te richten, zooveel patronen achter elkaar te laten ver schieten, totdat hij over „het er tegen opzien" heen is. Voor den oorlogsschutter is een scherp gezichtsvermogen gewenscht. In den B.V. oorlog zal op uiterst kleine, met het oog moei lijk waar te nemen doelen geschoten worden, waarom ;t van 't grootste gewicht moet worden geacht het waarnemingsvermogen van den schutter tot de grootst mogelijke volkomenheid te ont wikkelen (oefeningen in 't waarnemen en opmerken van verschil lende kleine terreinvoorwerpen of ook wel schijven zoowel op kleine, middelbare als op groote afstanden 1). ad b. van 't geweer, dat hij gebruikt. Over ons geweer M'95 zijn in den laatsten tijd heel wat pennen in beweging geweest en hierdoor is vrij algemeen de indruk gevestigd, dat het geweer eigenlijk de bron van al het slechte schieten is. Wij voor ons gelooven, dat in doorsnede onze geweren, zooals ze nu zijn, nog zeer goede oorlogswapenen zijn, ondanks kaliber- vergrooting, uitslijting aan mond en kamer en de daaruit voort spruitende meer dan normale spreiding. Een en ander neemt niet weg, dat al moge het niet nood zakelijk zijn, dat ons oorlogswapen een juistheidswapen zij, dit laatste toch zeer gewenscht is met het oog op het vertrouwen, dat de man in de juistheid van zijn wapen moet hebben. 1) Ook dunkt 't ons noodig, den man in 't gebruik van den kijker te oefenenmeer malen bleek ons, dat bij verschillende afdeelingen nauwelijks de helft der manschappen dit instrument wipten to gebruiken. Als oefenin» tot het vergrooten va i 't waarnemingsvermogen van den man, dunkt ons ihet laten opzoeken van quasi-verloren voorwerpen in het terrein zeer goed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 81