607 schoten in b. v. een minuut op te voeren, maar t nauwkeurig richten zal toch altijd eenigen tijd vorderen. In de momenten, waarop in de werkelijkheid snelvuur ge schoten zal worden, zullen de manschappen door opwinding niet meer in staat zijn te richten en zal dus het geleerde niet practisch zijn toe te passen. De manschappen zullen in de praktijk niets anders doen dan, met een ongeveer in de richting gebracht geweer, zooveel mogelijk schoten afgeven. 't Geen we dus tot nu toe beoefenden zal niet uitgevoerd worden, maar dan is 't o. i. ook beter dit maar niet te oefenen en wel te beoefenen, datgene wat ivèl uitgevoerd zal worden, n.l. 't leeren afschieten, met ongeveer gericht geweer, van zooveel mogelijk patronen in een bepaalden tijd. Hiermede zijn we gekomen aan het einde van ons opstel; wij voor ons zijn er van overtuigd, dat de toepassing van hetgeen wij aangaven: gymnastiek, verbetering van 't waarnemingsveimo gen, enkele wijzigingen aan ons geweer, schieten zonder bajo net, afschaffen van het salvovuur, een gewijzigde snelvuurop leiding, meer ambitie bij den onderwijzer en een stelsel, dat in alle opzichten de C. Gdten. volkomen vrijheid laat, krachtig kan medewerken tot verbetering van het schieten onzer infanterie, dus tot verhooging van hare slagvaardigheid. D. Boeye.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 87