612
b. vaart en actie-radius.
c. uitzicht.
Ad a. Het zou niet doenlijk zijn in dit opzicht de brochure op den
voet te volgen; genoeg moge het zijn te vermelden, dat ook proeven in
1905 in Frankrijk genomen de superioriteit van de duikboot, wat de sta
biliteit betreft, deden uitkomen en dat, hoewel de onderzeeboot „wat
zijne beginselen betreft" schooner is en reeds meer doet denken aan een
ideaal-vaartuig onder water, het toch als vaststaande moet worden aan
genomen, dat bij de huidige ontwikkeling van de techniek, men nog niet
m staat is, die beginselen in een voldoende bruikbaar werktuig te be
lichamen, en dat daarom voor dadelijk gebruik alleen de duikboot dadelijk nut
belooft. Wanneer men dan wèl in staat zal zijn, de beginselen der eigenlijke
onderzeeboot te verwezenlijken of te benaderen, zal van practische resul
taten afhangen, en om deze te bereiken, zal men ook zeker de proeven met
onderzeebooten niet moeten staken.
Ad b. Wil men belangrijke voordeelen van de onderzeeërs genieten,
dan moet men nht alleen met een geringe srelheid volstaan, die vol
doende geacht kan worden, indien de vaartuigen voor zeer plaatselijke
verdediging bijv. voor havens en accessen te water bestemd zijn, doch
men moet voor den directen strijd in open zee een grootere snelheid
verkrijgen. (De beste vaartuigen maken thans 11 a 12 mijlen).
De vraag is maar, hoe komen wij aan een grootere snelheid? Hierbij
diene men in de eerste plaats niet uit het oog te verliezen, datdevaait
in geheel ondergtdompelden toestand alleen aan electrische middelen kan
ontleend worden, die de lucht noch verbruiken, noch bederven, geen ge
wichtsverhoudingen veranderen en geen verraderlijk geraas maken. En
hierbij is men tot nog toe met handen en voeten gebonden aan het groote
gewicht van de accumalatoren-batterij, in welk opzicht op dit oogenblik
nog niet veel verbetering in het verschiet schijnt te zijn. Wel kan
men de snelheid bij oppervlak te vaart, waarbij men niet aan een bepaalde
wijze van voortbewegen gebonden is, opvoeren, doch men komt daarbij
en dit te meer, omdat men ook de actie-radius zoo groot mogelijk wenscht
te hebben, tot een drang tot vergrooting van het deplacement, wat ten
slotte ook gewenscht is ter wille van meerdere bewapening en bewoon
baarheid.
Ad c. Eindelijk wordt ook op den 3en hoofdeisch n. 1. het uitzicht, de
de aandacht gevestigd en het is vooral hierbij, dat men in werkelijken,
zoowel als in figuurlijken zin in het duister tast en met vele moeilijk
heden te kampen heeft, want wel zijn verschillende periscopen en om-
niscopen in gebruik genomen, waarvan de inrichting aan den schrijver
der brochure slechts ten deele bekend is, doch het is duidelijk, dat in
deze het ware nog niet gevonden is en ze thans nog oorzaak zijn, dat