616 lijk te zijn, zoodat Buller, die toch al ontevreden over Lyttelton's beschikkingen was, de beweging wilde doen staken Reeds vioegei zagen wij, dat Lyttelton eene zekere bezorgdheid ten opzichte van de onderneming van de Rifles aan den dag had gelegd en nu ontving hij te 2.30 n.m. van zijn berichtofficier op den Spionkop, Majoor Bayly het bericht, dat Bethune's Bereden Infanterie en de Scottish Rifles aldaar waren aangekomen en dat de toestand ernstig was; bovendien werd hem gevraagd, of de King s Royal Rifles niet naar den rechtervleugel van de stelling op den kop konden aanhouden 2). Onder deze omstandigheden begon Lyttelton allen lust in eene onderneming tegen de Tweelingkoppen te verliezen, zoodat hij in overeenstemming met Buller, te 3 u. n.m. zijne Rifles helio- gtafeerde om terug te gaan, welk bevel hij tweemaal, te 3.30 optisch en te 4.50 n. m. per ordonnans, moest herhalen. De Rifles gevoelden, dat zij terrein wonnenzij begrepen, dat eene bezetting van de Tweelingkoppen voor hunne kameraden op den Spionkop niet anders dan heilzaam kon zijn. Het scheen, dat zij, evenals weleer Nelson, doof voor de ontvangen bevelen wil- den blijven 3), want eerst te 5 u. n. m. ontving Lyttelton van 1) Zou Buller's ontevredenheid hierdoor veroorzaakt zijn, dat hij Lyttelton's brigade «Ia zijne reserve beschouwde? Het volgende uit zijne verklaring vóór de Koninklijke Commissie geeft eenigszins aanleiding om zulks te vermoeden: ....A telegram for reinforcements from the top of the hill reached General Warren. .Thereupon he appealed, not to me, but the nearest Brigadier (i. e. Lyttelton. J. C P) T who at once made arrangements which committed beyond recall all the mounted men' „as well as two out of four battalions, which had kept in hand." Echter vervolgt hjj: „In these circumstances I had not sufficient troops in hand to make a counter attack and „could do nothing but wait till nightfall". (V, biz. 178). Maar was de aanval op de Tweelingkoppen dan geen „counter attack?" 2) Bayly's melding is opgenomen in III, biz. 85. Echter zou hij, volgens I, biz 277 geseind hebben, „that the Boers held the peaks and that he did not think the Rifles' „could take them". Zou Bayly twee verschillende meldingen hebben afgezonden, waarvan slechts eene in de zg. Spionkop Despatches opgenomen is? Evenwel laat I, blz 277 de daar aangegeven melding op hetzelfde uur, 2.80 n.m bij Lyttelton aankomen, als de in de Spionkop Despatches genoemde. 3) Den 2den April 1801 was een gedeelte van de Engelsche vloot onder Nelsoi in een hevig gevecht met de Dcensche vloot en batterijen vóór Kopenhagen gewikkeld, terwijl het an dere gedeelte, onder den Opperbevelhebber, op eenigen afstand voor anker lag. Gedurende het gevecht werd aan Ke'son gemeld, dat op het vlaggeschip het sein voor terugtrekken ge geven werd Overtuigd dat opvolgen van dit bevel voor de Engelsche vloot de ernstigste gevolgen zou hebben, zette hjj den kijker voor het oog, waaraan hij ten gevolge eener

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 96