617 •den bataljonscommandant antwoord, nl dat hij zou terugtrek ken, wanneer hij de voorste afdeelingen kon terugroepende gemeenschap was echter zeer moeilijk en de helling zeer steil. Hij voegde erbij, twee of drie gewonden te hebben. Schalk Burger, die de Boerenliniën ten oosten van den Spion kop onder zich had, gevoelde zich onder den aanval door de „60th Rifles" niets op zijn gemak en vroeg te 4.30 n.m. dringend •om hulp aan Botha. Maar Botha had al zijne krachten in ge vecht op den Spionkop; bij hem bevonden zich alleen eenigen van zijne adjudanten, de commandant van zijn verkenningskorps, •zijn assistent-secretaris en een paar rapportrijders, te zamen twaalf man. Hiervan werden een tiental naar het bedreigde punt gezonden, terwijl de twee overigen uitgingen om nadere versterking te halen. Zoo kreeg het Utrecht-commando last :zijne stelling op den Groenen Berg te verlaten x). Maar het was •al te laat: ongeveer te 5 u. n. m. werden beide koppen achter eenvolgens door de Engelschen bezet, hetgeen de bataljonscom mandant aan Lyttelton meldde, er bij voegende, de koppen bezet te zullen houden, als hij geen tegenbevel ontving. De Boeren gingen terug, ook de beide stukken, die door hun flankvuur de Engelschen op den Spionkop zoo zwaar hadden geteisterd. Slechts enkele vastberaden Burgers, waaronder de ■door Botha afgezonden manschappen, onderhielden, gedekt •achter de klippen, een levendig vuur met de Rifles. Nog een paar versche bataljons, en de geheele oostelijke uitlooper zou van Boeren gezuiverd en daardoor de weg naar Ladysmith voor de Engelschen geopend zijn. Maar te 6 u.n.m. ontving de commandant der Rifles het ge vreesde tegenbevel, nl. zich na het invallen van de duisternis •terug te trekken. Het werd in tweevoud, nl. door vlaggesei- nen en per ordonnans, overgebracht. Noch Buller, noch Lyttelton lieten zich dus door den geluk kigen uitslag van den beschreven aanval overhalen om op hunne vroegere verwonding blind was, betuigde het gemelde soin niet te zien en zette met in spanning van alle krachten het gevecht voort, dat met eene volkomen overwinning van do Engelschen eindigde. 1) IX, blz. 98. Cronjé schijnt zich hier wederom aan insubordinatie schuldig gemaakt tie hebbeü. Hij weigerde eene afdeeling zijner Burgers, die werkeloos achter eene rij rotsblokken gedekt stonden, voorwaarts te laten gaan (IV, blz. 67).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 97