HET GEVECHT OM DEN SPIONKOP OP DEN Sisten JANUAH1 1900. Met Plaat XVI, XVII en XVIII. Toen wij in vereeniging met den Heer de Gelder, onzen vroe- geren collega aan de Koninklijke Militaire Academie, in De(n) Militaire(n) Spectator van 1904 eene studie over den Zuidafri- kaanschen Oorlog schreven, waren wij aan zekere grenzen ge bonden, terwijl ons, wat betreft het gevecht om den Spionkop, slechts weinig gegevens ten dienste stonden. Thans, nu lang zamerhand meer betreffende dit gevecht bekend is geworden 2), schijnt eene meer uitvoerige studie over de handelingen van Boeren en Engelschen op den 24sten Januari 1900 belangrijk genoeg om haar hier te laten volgen; I. Be toestand aan Enyelsche zijde vóór den aanval op den Spionkop. Nadat het veldleger van Natal zijne eerste poging tot ontzet van Ladysmith den 15den December 1899 bij Colenso had zien mislukken, had de Opperbevelhebber, Generaal sir Red vers Bul- Ier, tot eene tweede poging aan de Boven Tugela besloten. Aan vankelijk was de uitslag van deze poging, die in de eerste plaats tot de gevechten aan de Ven terspruit aanleiding gaf (zie plaat XVI), al even ongelukkig als bij Colenso; het gelukte den En gelschen niet de stelling der Boeren op den Tabamyama te doorbreken. De 22ste Januari ging voorbij, zonder dat de Engelschen eene beslissing trachtten te bereiken. Luitenant-Generaal sir Charles Warren, aan wien Bulier het bevel over de troepen aan de Venterspruit overgegeven had, liet het voornemen om den rech- 1) "Wat wij Spionkop noemen, heet bij de Boeren veelal de Platkop. Dezo Platkop met do ten oosten daarvan gelegen Tweelingkoppen noemen de Boeren te zamen de „Spioen Koppen". 2) Bijlage 4 (zie afl. VIII) geeft eene opgave van de geraadpleegde werken. I. M. T. 1907. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 13