701
Een Opmerking
In de in de 6de Aflevering 1907 van liet I. M. T. voorkomende bij
drage: „De Korpsen Barisan van Madoera" wordt tot verbetering van
de positie der officieren o. a. voorgesteld do kapiteins, 1ste luitenants en
2de luitenants een tractementsverhooging te geven zoodra zij tot de oudste
helft behooren.
Dit is geheel in overeenstemming met het beginsel, waarop de tracte-
mentsverhoogingen bij het Leger gebaseerd zijn.
Dit beginsel is echter m.i. te ondoordaehter ure in de traetementsre-
lingen opgenomen en nu moge het tot de vrome wonschen behooren in
den bestaanden toestand verandering te verkrijgen, in elk geval kan er
naar gestreefd worden bij nog te maken regelingen zich op een ander
standpunt te stellen.
Wat toch is thans de toestand.
Gegeven twee officieren A. en B., die in alle opzichten volkomen met
elkaar overeenstemmen, alleen is A. eenige jaren later of vroogerofficier
geworden dan B.
A. wordt na 2 jaren diensttijd als officier tot 1 sic luitenant bevorderd,
B. eerst na 6 jaar.
A. wordt 2 jaar na zijn bevordering tot lsto luitenant in het genot
gesteld van tractementsverhooging, B eerst na 6 jaar.
A krijgt nadat hij 2 jaren in den rang van kapitein heeft gediend een
tractementsverhooging, B eerst na 6 jaar.
Zou het nu niet veel billijker geweest zijn, indien A. en B. beiden na
4 jaar tot lsto luitenant waren bevorderd, 4 jaar later in het genot
waren gesteld van een tractementsverhooging en 4 jaar na hun bevor
dering tot kapitein opnieuw tractementsverhooging hadden gekregen?
Ik geloof, dat niemand deze vraag ontkennend zal durven beantwoor
den en men zou dus oogenschijnlijk veronderstellen, dat er overwegende
redenen zijn den bestaanden toestand te handhaven.
Deze redenen liggen, voor zoover mij bekend, in het duister, men
zal toch wel niet in ernst willen beweren, dat het er veel toe afdoet of
het eene jaar de uitgaven voor oorlog eenige duizenden guldens meer
bedragen, indien dit gecompenseerd wordt door een vermindering in
uitgaven een volgend jaar.
Men moet dus wel aannemen, dat behoudzucht de oorzaak is dat, niet
reeds lang gebroken is met de bestaande voorschriften.
In Nederland heeft men een stapje op den goeden weg gezet door te
bepalen, dat, onverschillig of de formatie het toelaat, elk officier na 4
jarigen dienst als zoodanig tot 1ste luitenant wordt bevorderd; geheel
breken met het bestaande door te bepalen, dat na a jaren dienst ieder