TO OR DE PRACTIJK. Opleiding bij de depót-bataljons, krijgstucht en nog wat. De nieuw verschenen leidraad voor opleiding en oefening bij de Infan terie wijdt een afzonderlijk hoofdstuk aan de'opleiding der recruten. Kort en bondig geeft punt twee der leidraad aan wat het hoofddoel is, dat men met deze opleiding beoogt, terwijl later nog als bijkomend doel vermeld wordt „het geschikt maken van den recruut voor eene behoor- lijke waarneming van den garnizoensdienst". Slechts in zeer grove trekken geelt deze leidraad aan, hoe die opleiding zal moeten geschieden en behandelt daartoe afzonderlijk: lste De zedelijke vorming. 2de De lichaamsoefeningen 3de p)e vakkennis. Slechts aangaande het sub 1 genoemde wenschte ik het een en ander mede te deelen. Zeer terecht, wijst de leidraad op het hooge belang van eene goede zedelijke vorming en stelt deze, - met eene verklaring waarom-boven de lichamelijke oefeningen en de vakopleiding. Gaarne meegaande met hetgeen dit voorschrift daaromtrent ze-t wensch ik vooral den nadruk te doen vallen -wat trouwens de leidraad zelve ook door cursiveering doet op het volgende. „Een uitmuntend voorbeeld van de meerderen, stipte plichtsvervulling door allen". Herhaaldelijk krijgen helaas, de recruten bij enkele depot bataljons juist het tegenovergestelde te zien. Een uitmuntend voorbeeld van de meerderen! Ik wil het woord meerderen nemen in den militairen zin en dan zijn oude soldaten - den recruten wordt dit trouwens ook ingeprent de meerderen van jonge manschappen. Wat voor oudere manschappen treft men nu bij enkele depot-bataljons, o. a. bij het 2de Depot-Bataljon aan? Wat voor anti-militaire handelingen, indisciplinaire gedragingen, grove overtredingen tegen de krijgstucht, ja zware militaire misdrijven krijgt een groot deel der recruten, juist gedurende de eerste paar maan den van hun diensttijd te aanschouwen, en dit wel van de zijde van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1907 | | pagina 494