1IET GEVECHT OM DEN SPIONKOP OP DEN
24stcn JANUARI 1900.
VIII. De bezetting van de Tweelingkoppen door
III. King's Royal Rifle Corps.
Vervolg van biz. 557. Slot.
Alvorens het overzicht over de gebeurtenissen op den Spion
kop te vervolgen, zullen wij nagaan, wat de door Lyttelton
afgezonden afdeelingen hebben uitgericht. Bethune's Bereden
Infanterie en II. Scottish Rifles hebben wij reeds op den Spion
kop ontmoet, alwaar eerstgenoemd korps met II. Dorsetshire
Regt. door Coke als reserve werd achtergehouden, terwijl de
Scottish Rifles juist te rechter tijd aankwamen om eene tweede
crisis at te wenden. Het andere door Lyttelton afgezonden
bataljon, III. King's Royal Rifle Corps, had de Tweelingkoppen
tot object gekregen.
Gesteund door het vuur uit het marinegeschut, voerden de
„60th Rifles" hunne opdracht als volgt uit:
Het bataljon verdeelde zich, overeenkomstig Lyttelton's aan
wijzingen, in twee halve bataljons, waarvan ieder twee halve
compagnieën als tirailleurs ontwikkelde; de twee andere halve
compagnieën volgden als ondersteuningstroepen. Eene derde
compagnie per half bataljon werd achter den buitenvleugel op
gesteld en de vierde vormde de reserve.
In deze formatie begon het bataljon onder het vuur der Boeren
de beklimming, die wegens de steile helling slechts langzaam
voederde. In den dooden hoek gekomen, was de tirailleurlinie
tegen het vijandelijke vuur gedekt. Om te kunnen vuren,
moesten de Boeren ver naar voren kruipen, waardoor zij onder
het vuur der tweede linie der Engelschen kwamen, welke over
de voorste linie heen schoot. Tegen 5 u. n.m. naderde deze den
hoogt erand en weldra waren beide koppen door de Rifles bezet.
Yan af den Zwartkop gezien, scheen de aanval zeer bezwaar-
I. M. T. 1907. 45