- 82 Het nut van strengere censuurbepalingen is dan ook zoo erkend, dat in het Britsche Rijk daaraan nu eene commissie werkt, samen met eenige journalisten, om een bijzondere wet betreffende de Mil. Censuur samen te stellen. B. De uitgebreide briefwisseling. In plaats van die te beperken, was die zeer omvangrijk, zoodat het meest belangrijke meermalen zoek raakte onder tal van beuzel achtige schriftstukken; zoo moesten allerlei staatjes worden ingediend, en werden de hoofdbelangen over het hoofd gezien. Van alle te legrammen werd afschrift genomen op station van afzending en van aankomst, zeer ten gerieve van de Japs als die zoo'n station eens be zochten. Door de verschillende cijfercodes bonden niet alle telegrammen dadelijk worden ontcijferd, ja bleven meerdere onopgelost. Tot overmaat van ramp vielen alle sleutels en een berg brieven van het hoofdkwartier na den slag van Moekden den Japanners in handen. Daarbij kwam, dat de Rus3. bevelen een mengelmoes van onderwer pen behandelden, belangrijke inhoud niet dadelijk opviel en slordig weggeworpen, dankbaar door de Japs beter werden uitgeplozen. Schrij ver wil voor elk bivak een officier, die na het opbreken zorgt, dat geen paperassen, welke ook, achterblijven, maar worden vernietigd. Vooral, door iu vredestijd geen misbruik te maken van het woord „geheim", zal de waarde ervan in oorlogstijd stijgen. Hu worden allerlei zaken nog onder „geheim" behandeld, waarvoor dat niet noodig is, en wat voert tot eene ernstige geringschatting van dat woord. C. Aan handwijzers op de wegen, als: naar het Hoofdkwartier van opschriften op woningen, als: Hoofdbureau van..., Staf van en cijfers en nummers op de bleeding moet meer aandacht worden geschonken. Vreemd, dat het werd nagelaten, juist terwijl de Russen bekend waren gemaakt met het spionagesysteem der Japanners, die alle be zette gebied der Russen in secties hadden gedeeld, voor elke waar van een zeker aantal spionnen of verkenners waren aangewezen, die natuurlijk op al die aanwijzingen letten, en er hun voordeel mee deden. D. De rug van het Leger. Hoe verder de man van de voorste linie is, hoe geringer het ge vaar dreigt, hoe grooter de lust in schandaaltjes en zwetserijen en hoe eerder hij troep en bevelvoerders critiseert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 100