101
Rest dus alleen de mogelijkheid dat onze afgevaardigde fijne-
wijsheid geput heeft uit dagbladartikelen, of wel van hooren
zeggen heeft. Commentaar overbodig!
Op deze gronden nu wordt ons opl. en oef. stelsel in de
Volksvertegenwoordiging afgebroken, waarmede evenzooveel
beschuldigingen geslingerd worden naar de hoofden van enkele
opvolgende legercommandanten en chefs van het wapen der
Infanterie en vanden tegenwoordigen landvoogd-
Het is toch van algemeene bekendheid, dat de z. g. „nieuwe
richting" niet zoo maar in eens tot stand is gekomen, niet zoo
maar op een bepaalden dag werd gedecreteerd, doch dat zij
beginnende in 1902-i 903 geleidelijk, zeer geleidelijk ingang heeft
gevonden. Evenzeer mag bekend verondersteld worden, dat de
eerste wapenchef, die een oefenstelsel meer in overeenstemming
met de eischen van onze oorlogsvoering voorstond, de Generaal
Jhr. van der Wijck, bij zijn streven in die richting den daadwerke
lijken en moreelen steun had van den toenmaligen Gouverneur
van Atjèh en Ond., den Luitenant-Generaal van Heutz.
De nieuwe richting, de nieuwe oefenwijze der Infanterie, die
aanvankelijk langzamerhand tot uiting kwam in circulaires van
den wapenchef ij, werd voor het eerst onder den tegenwoor.
digen titularis meer vastgelegd in het in 1905 herziene „Voor
schrift voor het houden van oefeningen bij de Infanterie."
Met overboordwerping van alles wat naar sleur zweemde werd
er in dit voorschrift den nadruk op gelegd, dat doel van alle
oefeningen moet zijn vorming en voorbereiding van aanvoerder
en soldaat voor zijnen werkkring in den oorlog; het kernge-
1) Ik herinner slechts aan de circulaires van Gen. Jhr v. d. "Wijck betreffende de nood
zakelijkheid om de oefeningen meer in overeenstemming te brengen met de praktijk van
de oorlogsvoering (meerdaagsche oefeningen) (16 Febr. 1908), de noodzakelijkheid voor
het aankweeken van zelfstandigheid en initiatief bij onze min-iere militairen, vooral bij
die van Inlandschen landaard (5 Mei 1903), het laten van die mate van zelfstandigheid
aan compagnies-commandanten, welke deze moeten bezitten ten einde op hun beurt lui
tenants en onderofficieren naar den eisch toe zelfstandige onderaanvoerder te kunnen
vormen (2 Mei 1903), den wenk van den Wapenchef, dat de nieuwe richting in de oe
feningen, welke bet zelfstandig handelen en het initiatief, vooral der lagere aanvoerders
moet bevor'eren, in geen geval aanleiding mag geven tot verslapping van de banden
van de krggstucht bij den troep, dat integendeel aan het onderhouden t ener gestrenge
marschdiscipline ondtr alle omstandigheden etipt de hand moet worden gehouden
(14 Mei 1903).