109
Leidraad het zich leer en onderwerpen aan tucht" in de eerste plaats
genoemd wordt als doel van de zedelijke vorming van den
soldaat,
dat in punt 18 het lang onbeweeglijk doen staan van recruten
afgekeurd wordt o. m. omdat het de handhaving van tucht en orde
verzwaart
dat punt 30, laatste alinea woordelijk luidt: „zelfs daar waar
vrijheden ivorden toegestaanmag dit er niet toe leidendat de ban
den der krijgstucht verslappenen
dat in punt 31 verboden wordt den meerdere onder het bevel
van een mindere te stellen, omdat de krijgstucht een onvoorwaar
delijke handhaving der militaire hiërarchie vordert.
Moge uit het vorenstaande blijken, dat in ons tegenwoordig
„opleidings- en oefeningsstelsel nog wel degelijk „cement" aan
wezig is, tevens hoop ik aangetoond te hebben dat dit „cement"
gelukkig van een andere m. i. rationeëler en deugdzamer
samenstelling is dan volgens het recept van ongeveer een eeuw
geleden.
Waar ik boven als mijne meening te kennen gaf, dat thans
dank zij den Leidraad van 1907 eenheid in opleiding en oefe
ning der Infanterie beter gewaarborgd is en de leiding meer
zekerheid heeft dan ooit te voren, behoeft het geen betoog,
dat ik me niet kan neerleggen bij de woorden van den Heer
Th., waar hij beweert dat het initiatief naar omlaag dat inder
daad in ons wapen aanwezig is, beschouwd moet worden
als een schadelijk uitvloeisel van het onzekere in de leiding.
Neen, geachte deskundige, het „initiatief naar omlaag", waar
mede ge niets anders kunt bedoelen dan „initiatief in de lagere
rangen en graden" is geen uitvloeisel en zeker geen schadelijk
uitvloeisel van een leemte, die gij in ons opleidings- en oefe
ningsstelsel meent ontdekt te hebben. Omdat die leemte, zooals
ik aangetoond heb, niet bestaat, berust Uwe bewering op een
valsche basis en zou ik dit onderwerp verder kunnen laten
rusten. Gaarne wil ik U echter ter wille zijn door U mede
te deelen, dat juist aankweeken en ontwikkelen van initiatief
en zelfstandigheid bij onderaanvoerders zoowel als bij soldaten
een der kenmerkende verschillen is tusschen de door U zoo zeer
gesmade „nieuwe richting" en de oude. En initiatief hebben