Ill hij wanneer in den oorlog de loil en de leiding van de bevel voerenden zich niet of slecht hoogst moeilijk kunnen doen gel denhij dan\ zelfs onder dehet moreel meest schokkende om standigheden volgens eigen inzichten in den geest der bevelvoering en leiding dient te handelen" (punt 27 van den Leidraad.) „Initiatief naar omlaag", verkondigt de Heer Th. verder, „geeft bij een beroepsleger licht excessen, teugelloosheid, doch „tevens afwezigheid van zorg voor de materieele belangen der „minderen, van de geestelijke nog gezwegen". Arm beroepsleger! Initiatieftot zoo laag als mogelijk is is een voorwaarde voor Uw succes, voor Uw bestaan zou ik haast zeggen. Initiatief is dan ook ruimschoots aanwezig en wordt steeds aangekweekt en aangewakerd. Hierdoor echter loopt ge althans volgens den Heer Th.meer en meer kans een bende teugellooze schurken te worden, die zich aan excessen overgeeft; hierdoor worden Uwe gezaghebbenden zoo langzamer hand gewetenlooze, egoïstische sujetten, die zich niet be kommeren over het wel en wee dergenen, over wie zij ge steld zijn Het zou er met de beroepslegers in 't algemeen treurig uit zien, indien bedoelde woorden van den Heer Th. onaanvechtbaar waren zij zouden gesteld zijn voor de keuze öf initiatief öf krijgstucht, een samengaan van beide zou bezwaarlijk gaan. Maar indien initiatief zoo'n ongunstigen invloed op de krijgstucht heeft, is daarvan dan absoluut niets merkbaar in een militieleger Waarom is speciaal een beroepsleger gedoemd schadelijke ge volgen te ondervinden van een algemeen in den militair ge waardeerde eigenschap Ik wed, dat mij door den Heer Th. mochten deze regels hem onder de oogen komen in den geest geantwoord zal wor den „Dat zit 'm in het gehalte van een beroepsleger, dat zoo „oneindig ver beneden dat van een militieleger staat". Hiermede, lezers, zijn we als van zelf gekomen op het „hoe" van het beroepsleger. Niet dat ik zoo geredelijk instem met den Heer Th., waar hij het „gehalte" het „hoe" van een leger noemt, maar ik verklaar ronduit dat het mij niet gelukt is een andere beteekenis voor het raadselwoord „hoe" te vinden ^ge halte" kwam mij nog het meest aannemelijk voor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 131