120 aangebracht. Hierbij wordt de afstand aanvankelijk zeer klein genomen. Voorts wordt aan de richtoefeningen eene uitbreiding gegeven tot op 400 M. op verschillende mikpunten in allerlei doelen. Jammer is het, dat, waar gesproken wordt over het leeren richten met beide oogen, niet een korte duidelijke verklaring aangetroffen wordt, hoe men dit den man leert. Vak c. Drukpunt nemen en doordrukken. Wat dit vak aangaat, behelst het eene lange en goede ver klaring van drukpunt nemen en doordrukken, omdat aan on ze geweren nu eenmaal eene drukpunt-inrichting aangetroffen wordt, die o i. zonder bezwaar en liefst zoo spoedig mogelijk verwijderd zou kunnen worden, daar het nut er van ons altijd twijfelachtig heeft toegeschenen en bovendien bij den juist- snellen aanslag aanleiding geeft tot tijdverlies, hoe klein ook. Een jachtgeweer heeft toch ook geen drukpunt Vak d. Waarneming door den schutter van het puntwaarop hij gericht is, op het oogenblikdat het schot afgaat. Bekwaamheid in dit waarnemen is van groot gewicht, omdat het den leerling zijn eigen fouten doet zien. Hem moet tot het verkrijgen van die bekwaamheid worden geleerd, onder het richten onafgebroken de afwijkingen waar te nemen en na het vallen van het schot die afwijking te noemen, welke hij het laatst waarnam, vóórdat de haan vooruitsprong. Het voorschrift geeft 4 verschillende wijzen aan waarop hierbij, te werk kan worden gegaan. Het zou ons te ver voeren deze methoden mede te deelen; het zij ons genoeg te vermelden, dat zij alle zeer eenvoudig en aardig zijn. Vak e. Veranderen van mikpuntin verband met de dracht van het geweer en met andere omstandigheden. Hoewel het schijnbaar zeer eenvoudig is, toont de ervaring

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 140