kunnen mik punten in den draad worden aangebracht, om ook
de breedteafwijkingen te leeren beperken x).
De bepaling omtrent het uit zich zelf herstellen van een
minder goeden aanslag geldt in het bijzonder bij deze oefeningen.
Wanneer de leerlingen zich den juist-snellen aanslag hebben
eigen gemaakt, leert de onderwijzer hen, om dadelijk na het in
den aanslag komen c. q. de richting te verbeteren narichten
en zich tot aan het commando „Af" voortdurend rekenschap
te geven van de schommelingeu van de vizierlijn ten opzichte
van het mikpunt.
Vak l.
Samengesteldejuist-snelle aanslagoefeningen.
In staandeknielende en liggende houding uit de vrije hand.
Met deze oefeningen kan worden aangevangen, als in den
juist-snellen aanslag eenige 2) bedrevenheid is verkregenzij
worden daarna in afwisseling met dezen beoefend.
De samengestelde, juist-snelle aanslag dient, om te leeren,
den juist-snellen aanslag aaneen te schakelen met alle overige
handelingen, die verricht moeten worden tot het afgeven van
een schot.
Hij wordt op dezelfde wijze beoefend als de juist-snelle aan
slag.
Nadat de leerling op het commando „Aan" in den aanslag
is gekomen, geeft de onderwijzer ook het oogenblik aan, waar
op met drukpunt nemen en doordrukken moet worden begon
nen, en wel door zeer langzaam uit te spreken „Vuuuur".
Het drukken moet beginnen op de eerste letter, die gehoord
wordt. De onderwijzer houdt het woord zóó lang aan, dat het
schot reeds gevallen is, voordat hij het geheel heeft uitgesproken.
Nadat het schot gevallen is en de schutter de laatst geziene
afwijking heeft genoemd, blijft hij in volkomen onveranderden
toestand in den aanslag liggen; op het Co. Zetbrengt hij ook
nu den voorsten vinger gestiekt langs den beugelkrop.
Op deze wijze schakelt de onderwijzer de hoofddeelen aan
elkander, waardoor de gelegenheid wordt behouden, om deel
1) Deze mikpunten kunnen worden aangebracht door in den draad spelden te steken
het mikpunt is alsdan hfet kruispunt van draad met speld.
2) Het ware o. i. beter om voor „eenige" te lezen: „groote."