130
paard aan aanslagoefeningen. Tot doelen worden genomen le
vende doelen en terreindeelen. Ook wordt de aandacht gewijd
aan het goed waarnemen van het terrein, het opsporen van
doelen enz.
De richtoefeningen op grootere afstanden vormen tevens eene
goede voorbereiding voor het schatten van afstanden.
Yak n.
Aanslagoefeningen en vuren in niet voorgeschreven houdingen,
opgelegd en uit de vrije hand.
Bij de behandeling van dit vak hebben wij gelegenheid terug
te komen op de noot, geplaatst in vak li. Reeds toen spraken
wij onze teleurstelling uit, dat men aan het opgelegd vuur in
de voorgeschreven houdingen te groote uitbreiding heeft gege
ven, n.l. tot 400 M. Alsdan ontstaat o i. het gevaar, dat men
aan deze oefeningen in het opgelegde vuur te lang blijft hangen,
haar te groote waarde toekent, en men afdwaalt van den goe
den weg, n.l. het leeren van den juist-snellen aanslag.
Nu we echter genaderd zijn tot het einde van de voorberei
dende oefeningen, nu de man een juist-snellen aanslag heeft
verkregen, kunnen wij er ons wel mee vereenigen aan het
slot van deze voorbereiding een plaats in te ruimen voor
vak n.
Het opgelegd schieten beschouwen we nu als een neven vak,
waarin zeer spoedig met veel minder inspanning een groote
bedrevenheid kan worden verkregen. Ook al geeft men aan
het geweer een steunpunt, moet toch het streven om iedere
aanslag juist en snel te doen zijn levendig blijven.
De niet-voorgeschreven houdingen, welke in dit vak genoemd
worden, zijn de volgende:
lo. De zittende houding met gekruiste beenen of met ge
spreide beenen en opgetrokken knieën.
2o. De knielende houding op beide knieën.
3o. De staande, knielende of liggende houding achter dek
kingen met armsteunvlak, waarop een of beide ellebogen kun
nen steunen.
4o. De staande knielende en liggende houding achter dikke
en dunne hoornen.