145 De intrekking dezer bepaling zal nog niet dadelijk den toestand veranderen maar de wetgever dringt dan tenminste den minderen militair niet meer terug uit de samenleving. Want al moge No. 12 van hetzelfde artikel een zelfde straf bedreigen tegen hem: „Die sterken drank bij hoeveelheden van minder dan drie Nederland- sche kannen verkoopt, elders dan in de door het plaatselijk bestuur toe gelaten logementen, koffijhuizen, tapperijen en dergelijke openbare inrich tingen, ten ware door het feit mocht worden gepleegd overtreding van de vigeerende voorwaarden voor de pacht, betreffende den verkoop van sterke dranken". die bepaling is toch niet bij machte geweest, het aantal „slokjesboeren" te verminderen en ondanks politietoezicht en strafbedreiging, vinden nog tal van gegageerden een niet te benij den bestaan in het lokken van den Europeeschen militair naar hunne vunzige krotten, waar het slechtste vocht hem wacht, om aangevuld door Weib und Gesang" een geheel andere ontspanning te bezorgen, dan hij bij kalm overleg zou gewenscht hebben. En dat dit kwaad nog welig tiert, daarvan kan een ieder zich overtuigen, die in een groote garnizoensplaats woont en 's avonds zich de moeite getroost eens eens kijkje te nemen in „the darkest parties". Zou die verbodsbepaling niet hebben medegewerkt tot het terugdringen van den minderen militair naar die gelegenheden Zeker, de cantine staat open en „Tehuizen" trachten het be zoeken aangenaam te maken, maar dat is ook alles. Die om de een of andere reden niet daarheen wil, vindt, mede door de zoogenaamde „verboden huizen", nagenoeg elk publiek ont- spanningslocaal voor hem gesloten. De goeden boeten zoo voor de slechten. Dan liever een strenger politietoezicht, desnoods aangevuld met militaire hulp en alles open. De prijzen, die de caféhou ders vragen, stellen toch al grenzen aan de draagkracht van verschillende beurzen en beperken het bezoek binnen zekere grenzen, m. a. w. bepalen voor een groot deel de soort van publiek. Is het de oprechte wensch, dat de burgermaatschappij zich meer opent voor den minderen militair, dan is, uit een etisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 165