TOT AFSCHEID,
EEN WOORD VOORAF,
Den len Januari j.l. is de redactie van dit tijdschrift overgegaan
op den Heer H A. Kooij, die zich bereid heeft verklaard de
daaraan verbonden werkzaamheden op zich te nemen.
Op mij rust thans nog de aangename verplichting om met
een enkel woord allen, die mij met hun werk of hunne raad
gevingen hebben bijgestaan, mijnen welgemeenden dank te be
tuigen voor hun streven om het tijdschrift, te steunen en vooruit
te brengen.
W. B. Ooet.
S Januari 1908.
Vrij onverwachts geplaatst voor het verzoek de leiding van
dit tijdschrift over te nemen, heb ik, hoe onvoorbereid ook,
toch gemeend, daaraan gevolg te moeten geven, in de hoop en
het vaste vertrouwen dat allen, die tot nu toe de Redactie
hebben gesteund, niet zullen weifelen, daarmede voort te gaan.
Waar de vorige redactiën zich tot het uiterste hebben inge
spannen, om wat meer belangstelling te wekken, zonder dat
hun dit in merkbare mate is mogen gelukken, daar valt het
zeker niet te ontkennen, dat de opvolger voor een moeilijk
vraagstuk staat. Want hoe gaarne hij zijne krachten wil
wijden om eene oplossing te vinden, zelfs in eene andere dan
de tot nu toe gevolgde richting, zonder een opgewekte, fris-
sche geest tot medewerking van alle zijden, zal hij een on
dankbare taak hebben.
Het is daarom, dat ik een beroep doe op U collega's, om
meer, dan tot heden het geval was, mede te werken het Tijd
schrift dat aanzien te schenken en die belangstelling te wijden
die het als ons eenigste militaire vakblad verdient.
Ons leger is te klein om er 2 op na te houden, een streng