Buitgemaakte wapens.
Gevangenen.
Vervolledigen van kaarten en inwinnen van gegevens
omtrent land en volk.
171
20. Buitgemaakte wapens, preciosa's en goederen moeten worden inge
leverd bij het bestuur, dat daarmede handelt overeenkomstig de terzake
gegeven of te geven voorschriften.
Het medevoeren van geweren mag echter nimmer een belemmering
zijn bij het doorzetten van een vervolging. In dit geval moeten de
geweren in het terrein worden onbruikbaar gemaakt en in zee of rivieren
geworpen worden. "Van achterladers worden de grendels en van voor
laders de hanen bij terugkeer in het bivak aan den bivak-commandant
ingeleverd.
21. Patrouille-commandanten zijn verantwoordelijk voor het treffen van
de noodige voorzorgsmaatregelen ten opzichte van gevangenen. Amok
of ontvluchting is altijd een gevolg van zorgeloosheid der bewakers.
Bij overnachting nabij bewoonde oorden zij men bedacht op lansaan-
vallen, welke het bevrijden van gevangenen ten doei hebben.
Meldingen.
22. Van patrouilles voor meerdere dagen of met een belangrijke op
dracht uitgezonden, wordt door den commandant een kort rapport ingediend,
waarin behalve de bijzondere meldenswaardigheden steeds de rovite der
patrouille en de bezochte kampongs behooren te worden vermeld.
Belangrijke voorvallen worden waar mogelijk telegrafisch of telefonisch
door tusschenkomst van het naastbij zijnde telegraaf- of telefoonstation
aan den Civiel en Militair Gouverneur gemeld.
Is zulks niet mogelijk dan worden zoo mogelijk schriftelijke berichten
verzonden in telegramstijl en bevattende alleen de voornaamste gebeur
tenissen.
23. Patrouille-commandanten moeten naar hun vermogen medewerken
tot het vervolledigen c. q. verbeteren van bestaande kaarten. Schetsen
daartoe door hen vervaaardigd moeten gezonden worden naar het Gewes
telijk Militair Bureau te Makasser.
In nog weinig bekende streken moeten patrouilles tevens dienstbaar
worden gemaakt tot het inwinnen van inlichtingen, betreffende land en
volk, als namen van kampongs en hoofdeninrichting van het kampongs-
en landschapsbestuur, landschapsgrenzen, voornaamste producten van het
land, houtsoorten, aanwezigheid van mineralen, welke en waar enz.
I. M. T. 19C8. 12