176 Want hoe ook beschouwd, het valt toch niet te ontkennen, dat een bataljon wielrijders een lange marschcolonne heeft, met onbe schermde flanken, dat de ontwikkeling voor het gevecht te veel tijd vordert en dat, aangezien de wielrijder aan zijn wiel is ge bonden, aanvallende bewegingen met wielrijdersafdeelingen zijn uitgesloten. Meer heil wordt verwacht van machinegeweren, die vereenigd in twee op duitsche wijze georganiseerde afdeelingen, vrijwel dezelfde vuurkracht bezitten, als die van een bataljon wielrijders. Aan de cavalerie wordt als het ware een vuurkracht in gecon- denseerden vorm meegegeven, zonder de nadeel en van lange nasleep, extra beveiliging enz. Zelfs wordt in een der artikelen de ophef fing van de wielrijder-strijders bepleit. Dit gaat te ver en verraadt een niet te miskennen vooringenomenheid. Maar dat ernstig aan dit vraagstuk wordt gedacht, bewijst dat de uitbreiding van de wielrijders van 6 op 22 compagnieën nog steeds niet is uit gevoerd. Het Duitsche Legerbestuur heeft zich over de vraag, hoe de wielrijders moeten worden benut, nog niet beslist uitgelaten. Zij worden daar als berichtrijders gebruikt, ingedeeld bij hunne troependeelen. Toch worden ze bij groote oefeningen meermalen tot strijdersaf- deelingen vereenigd, ondanks al de nadeelen verbonden aan het ge bruik van troepen tot een doel waarvoor ze niet zijn opgeleid, en het afnemen van de organen voor den berichtendienst aan de ver schillende eenheden. Schijnt dus Duitschland ten opzichte van de wielrijders een af wachtende houding te blijven aannemen, anders is het gesteld met de machinegeweren, waarin zij hunne naburen een groot eind voor uit zijn. Dat zij desniettegenstaande nog niet meer dan 16 afdeelingen hebben, vindt haar oorzaak daarin, dat men kalm aan nog bezig is de meest mogelijke gegevens te verzamelen, en last not least, bij de steeds wassende eischen van Leger en Vloot de gelden voor de aanschaffing van een groot aantal van die vuurwapenen niet be schikbaar zijn. Nu evenwel de Russisch Japansche oorlog heeft uitgewezen, welk een groote rol in de toekomst-oorlogen is weggelegd voor de ma chinegeweren, zijn deze in eens gemeen goed geworden van alle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 196