200 Kapitein D. Bakker te Semarang. Het spijt ons, dat ge het onderwerp niet nader wilt bewerken. Bronnen ervoor, zijn er toch genoeg. De bibliotheek van het Dep. v. Oorlog staat voor ieder officier open. Het andere onderwerp, door U bedoeld, zou dus ook kunnen luiden „Zijn we gereed?" Dat eischt een niet minder diepgaande studie van de be ginselen van legerorganisatie en landsverdediging. En een antwoord krijgt ge er toch niet op. Kapt. W. E. Asbeek Brusse te Koeta Radja. Draadlooze Telegrafie voor Spoorwegen ontvangen. Besten dank. Ook de gewijzigde bijdrage. Beide zijn in behandeling. Luit. A. Tissot van Patot te Palembang. In orde ontvangen. Dank voor uwe belangstelling. Plaatsing volgt. Luit. T. H. J. M. Buffart te Salatiga. Dank voor uwe inzending. Is in behandeling genomen. Kapt. W. Goldie te Magelang. Uwe bijdrage in goede orde ontvangen. In een af zonderlijk schrijven meer. Hier alleen deze opmerking, dat het geheel ontegenzeggelijk meer waarde krijgt, indien we de onderscheidingsteekenen op den kraag laten varen. "We beginnen zoo langzamerhand daar mede alleen te staan, omdat ze onpractisch zijn, vooral in een tropisch land, waar de kraag veel van door- zweeten heeft te lijden, en met de kin in voortdurende aanraking is. Die plaats heeft dan ook voor ons alleen historische waarde. Daarentegen zien we een alge meen streven, om de schouder of arm en hoofddeksel voor de onderscheidingsteekenen te bezigen. Overigens, uw voorstel om ze te vereenvoudigen, verdiert alle toejuiching, doch naast het voordeel voor de schatkist, mag de meest geschikte plaats ook wel in aanmerking komen. Art. te Uw artikel behoeft omwerking. Maar wil de nieuwe Redactie uw adres opgeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 220