204
wikkelde Inlanders vindt men bijna uitsluitend alleen onder
de adellijken.
Yan ontwikkeling gesproken, hoe staat het daarmede op
Madoera?
Zou de Regeering, de weinige ontwikkeling der Madoereezen
kennende, niet om die redenen de eischen voor de benoeming
tot 2de luitenant bij de korpsen barisan zoo laag hebben gesteld
Dit vermoeden ligt voor de hand en al zijn er thans 17 jaren
verloopen sedert het G. B. van 4 April 1891 No. 12 verscheen,
het is de groote vraag of de adellijke Madoerees, die waarschijn
lijk uit geldgebrek zijn zoon dienst laat nemen bij een der
korpsen barisan in de hoop, dat deze het daarbij tot officier zal
brengen, thans vermogend genoeg is om aan zijn zoon eene
zoodanige opvoeding te geven, dat deze kans heeft met goed
gevolg examen te doen tot toelating voor den cursus.
De wenschelijkheid besprekende van eene betere opleiding
der barisanofficieren, steil de toenmalige kapitein Raedt van
Oldenbarnevelt onder meer den eisch, dat in afwachting van eene
regeling van die aangelegenheid, nu reeds gevergd zal moeten
worden „het lezen en verstaan der Nederlandsche taal".
Voor de huidige barisanofficieren moge deze vermeerdering
van kennis reeds groot genoemd worden, voor den adspirant
„cursiaan" is zij het nog niet.
De toelatingseischen, vastgesteld in 43 van het reglement
voor den cursus, zijn zeker niet hoog te noemen, doch in de eerste
plaats moet de adspirant eene vrij grondige kennis van het
Nederlandsch bezitten om met vrucht de lessen te kunnen
volgen, daar die taal het voermiddel bij het onderwijs is en er
in de drie jaren, die de cursus duurt, geen gelegenheid is nog
afzonderlijk les in die taal te geven.
(Voor het cursusjaar 1907—08 werden op het tableau van
lesuren nog 3 uren voor de Ned. taal uitgetrokken, omdat
van het afnemen van een geregeld toelatingsexamen geen
sprake kon zijn wegens den korten tijd van voorbereiding der
candidaten).
Zou dus de toekomstige barisanofficier bij den cursus opgeleid
moeten worden, dan is het noodzakelijk, dat hij eerst eene Eur.
lagere school geheel afloopt, opdat hij de Ned. taal grondig kan