206 zijn niet zulke paedagogen, dat aan hen het onderwijs in de- Ned. taal aan eerstbeginnenden kan worden toevertrouwder zouden daarvoor bevoegde personen moeten worden aangewezen,, liefst onderwijzers van de Eur. lagere scholen en dan is het nog twijfelachtig of hun onderwijs vrucht zou dragen, want in den regel is de Madoerees, die bij een der korpsen in dienst treedt, met de bedoeling den officiersrang te behalen, reeds te oud om van meet af aan met het onderwijs in het Nederlandsch te beginnen. Hij zal dan in zijn eigen landstaal blijven denken en zal het niet verder biengen dan de vaardigheid zijne Madoereesche- gedachten in het Nederlandsch te vertalen, terwijl hij ook door zijn voortdurend verkeer in een Inlandsch interieur altijd een brekebeen in het Ned. zal blijven, waardoor hij niet in staat- zal zijn de lessen aan den cursus met vrucht te volgen. Dit gebrek kleeft, zij het ook in geringe mate, ook den adspiranten Inl. officier aan, die afkomstig zijn van de opleidings scholen voor Inl. ambtenaren, en voorzeker zou het van belang zijn voor het gehalte van de Inlandsche officieren, indien men het daarheen kon leiden, dat tot den cursus alleen werden toegelaten de Inl. jongelieden, die van af hunne jeugd bij Eur. familiën zijn geïnterneerd geweest, die dus altijd het Nederlandsch hebben gehoord en gesproken en die behalve de Eur. lagere school ook eenige klassee van de H. B. S. hebben doorloopen. Voorloopig zal dit wel eene vrome wensch blijven, maar wellicht zal door eene betere regeling van de positie van den Inl. officiei aan dezen eisch in de toekomst vastgehouden kun nen worden. Het denkbeeld van den schrijver om onderofficieren van de korpsen barisan, die zich door aanleg, gedrag enz. onderscheiden,, na een met goed gevolg afgelegd toelatingsexamen tot den cursus toe te laten is niet voor verwezenlijking vatbaar. Men zou dan moeten afwijken van de bepalingen vastgelegd in het Gr. B. van 10 Mei 1907 No. 36, waar alleen sprake is van de- toelating van Inl. jongelieden (burgerpersonen), die bij aankomst op den cursus eene verbintenis sluiten om den Staat als mili tair te dienen. Bij overgang naar het 2de studiejaar worden de tot nu toe ongegradueerde Inl. adspiranten korporaal en bij overgang naar het 3de studiejaar sergeant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 228