219 richt ontving, dat een vijand, batt. Inf. te Tjikoneng waargenomen werd (bijl. II, 12), gaf hij last aan den Comdt. der reserve om met 1 Comp. van het 4e Bat. het O.-vak der stelling te versterken en aan den Comdt. der voorposten (4e Bat.) om deze in te trekken, en zijne stelling in het O.-vak in te nemen. De Brig. Comdt. O. P. liet de Z. colonne te Tjikoneng halt houden en gaf daar ten 7 u. 40 m. v. m. bevel aan de le Comp. Maréchaussée-Bat. naar Solambitan (plaat 3) te marcheeren en vervolgens N. W. naar den top van den Pangadëganfop te rukken en aan den Comdt, voorhoede Maréchaussée-Comp., die intusschen tot Tjinoengkoe was genaderd, van daar uit eveneens naar dien top vooruit te gaan, en deze te bezetten (bijl. II, 13). De beide comp. van het Mar.-Bat. ondervonden bijna geen tegenstand, daar veldwacht No. 1 W. P. bij hare nadering van Pangadegan terugtrok (bijl. II, 14) en bezetten den rug van dien top (bijl. II, 15), waar zij voorloopig in stelling bleven. Naar aanleiding van bericht 14, dat de Pangadegan door den vijand bezet was, liet de Brig. Comdt. W.P. zijne stelling in het O.-vak nog met 1 comp. van de reserve versterken, zoodat zich op dit oogenblik 9 u. v. m.) in het O.-vak 4 comp. en in het N. vak 1 comp. in stelling bevonden. Inmiddels had de Brig. Comdt. O. P. het vuren der vijand. Art. gehoord (zie blz. 217) en bericht ontvangen, dat de houwitser - batt. bij Tanggoeloen onder vuur was genomen door het fort ■en eene batt. opgesteld op den Ringgit, en was de Comdt. der snelvuurbatt. O.P. langs den O.-voet van den Pangadëgan vooruit gegaan om ingevolge zijne opdracht (zie marschbevel punt 4 blz. 212) eene stelling op dien top te zoeken. Deze laatste berichtte nu, dat de G. Soeseroe (waarvoor hij ■den G. Ringgit aanzag) bezet was en hij voor zijne Art. eene opstelling gevonden had in het zadel tusschen den Pangadëgan ■en hoogte 610 W. van Kg. Tjiawi, vanwaar een voetpad naar boven leidde (bijl. II, 16). De Art. stelde zich hier op en bleef, zonder te vuren, afwachten. De Brig. Comdt. O. P. begreep naar aanleiding van de inge komen berichten, dat zijne Artillerie aldaar (1 houwitser- en 1 snelvuurbatt.) ontoereikend was om het Art. vuur van het fort

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 241