223 vlakte te hebben gevolgd, besloot de Comdt. dier colonne, ver- meenende, dat de voet van den Ringgit slechts zeer zwak bezet was 1), tot den aanval op de rechterflank der stelling over te gaan. De voorste comp. trok daartoe de sawahvlakte in ge vechtsformatie recht in W.-richting over, kwam daardoor het snelst in den dooden hoek van den Ringgit en deed van hier in N.-richting den aanval op Dangdeur. Daar haar echter geene afdeelingen volgden, werd zij teruggeslagen. De overige comp. der colonne deden echter den aanval van af het punt in den O.-rand der sawahvlakte 1000 M. ten Z. van den Sembirpas in eene richting Z.O. N.W., waarbij zij gedurende den aanval over de open sawahvlakte zoowel bloot stonden aan het vuur van den verdediger uit Dangdeur, Bosok en Tjalintjing als aan dat van de Art. op den Ringgit. Deze laatste veranderde intusschen, ten einde de omvatting van den rechtervleugel beter tegen te kunnen gaan, eenigszins van stelling, waarbij de R.-sectie met haar snelste wijze van vuren (sectievuür) met G.K. op en de over de open sawahvlakte aanvallende Inf. afdeelingen onder vuur nam, terwijl de L.-sectie van stelling veranderde, en daarna het vuur der R.-sectie overnam, zoodat toen ook deze die beweging, welke ten 11 u. 15 v. m. volbracht was, kon volgen. De aanval der Inf. kwam hier door tusschenkomst der scheidsrechters tot staan en werd door den Leider als afgeslagen beschouwd. Intusschen had de Brig. Comdt. O. P., toen de voor den om- vattenden aanval van den rechtervleugel der stelling bij Soe- medang bestemde colonne de W.-helling van den Sembirpas afgedaald was, aan de N.-colonne bij den Tanggoeloen bevel gezonden om van daar uit tot ondersteuning van den aanval der Z.-colonne op te rukken (bijl. II, 8), doch dit bevel had die colonne niet bereikt, zoodat die ondersteuning uitbleef. Tevens had hij ten 10 u. 22 het vuur zijner batt. in den Pangadëganpas moeten doen staken, en de batt. eenigszins van stelling doen veranderen. Ten 11 u. 5 v. m. opende nu de houwitserbatt. bij den Tanggoeloen het vuur op het fort (zie blz. 218). Dit laatste had die batt, waarop direkt gericht 1) Hetgeen zijn oorzaak vond in de omstandigheid, dat bij de W.P. alle comp. der reserve door briefjes waren gemarkeerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 245