228
bij het uitgebreide gevechtsveld, vooral op den 29 Juni, zeker
te gering genoemd worden. Yoorts zou het wellicht aanbe
veling verdienen, indien bij elk der partijen een vast punt aan
gewezen werd, vanwaar de Leider, Partij Comdt. en wederzijdsche
scheidsrechters (maar ook alleen deze) telefonisch, heliografisch
of optisch met elkander in verbinding stonden.
Een groot nadeel, waaronder vooral de oogenblikkelijke toestand
op het gevechtsveld zeer leed, was het markeeren van te veel en
te sterke troepen door kleine afdeelingen, en dit te meer, waar
reeds het markeeren van het vuur, hoe ook verbeterd door het
vervangen van de tong-tongs door de Beaumontgeweren, zoo
gebrekkig is. In de eerste plaats moesten daardoor te belangrijke en
hooge commandos waargenomen worden door nog te jonge, niet
daarvoor berekende krachten, waaronder de bevelvoering even
natuurlijk zeer veel moest lijden en ontstonden er scheeve toe
standen zooals uit den aanval der Z. colonne O. P. op den rech
tervleugel van den verdediger blijken kan, maar bovendien werd
plaatselijk geen helder overzicht van den toestand op een ge
wild oogenblik verkregen, en ging daardoor alleen reeds veel
van het nuttige der oefening, vooral voor kader en manschap
pen, verloren.
Bovendien werkte de wijze, waarop het markeeren der troepen
volgens den Leidraad manoeuvres, punt 39, door een kaart, waarop
de sterkte der te markeeren troepenafdeeling vermeld wordt,
niet gunstig. Dit moge goed zijn, indien, zooals vroeger, door
ieder man met losse patronen gevuurd werd, en men derhalve
de sterkte eener tegenoverstaande afdeeling meer moest en ook
kon afleiden uit de door dien troep ontwikkelde vuurkracht,
nu daarentegen, waar slechts enkele Beaumont-geweren dit vuur
moeten aangeven en dus elke beoordeeling van de sterkte der
tegenoverstaande afdeeling naar diens vuurkracht onmogelijk
geworden is, werkt die wijze van markeeren eer nadeelig, omdat
men elk houvast voor eene beoordeeling mist. Bovendien is
het voor troepenverplaatsingen ooir niet aan te bevelen, immers
het gebeurde nu, dat een heele comp. Inf. met een wielrijder^
tempo x x x, als versterking werd medegegeven en vervoerd,
en hiertoe komt men vanzelf.
Waar men verder bij het aangeven van het vuur toch geen