229
gebruik maakt van rookzwak buskruit derhalve toch zichtbaar
blijkt, waar zich de vurende afdeeling bevindt, mag het bij
markeerende afdeelingen wel niet als een bezwaar gelden, dat
men in plaats van een onzichtbare kaart, een zichtbare baak,
vlag of bord bij die zichtbaar vurende afdeeling plaatst.
Yoor de Art. zou het dan ook gewenscht zijn bij de batt. die
vuurt, duidelijk aan te geven, waarop gevuurd wordt, vooral
zooals hier bij deze oefening, waar aan weerskanten van 2 ver
schillende Art. opstellingen, ver van elkander, gevuurd werd.
Het was hier ook zelfs voor de scheidsrechters onmogelijk
na te gaan, waarop telkens gevuurd werd, hetzij op Inf. of Art.
hetzij op de eene, dan wel op de andere Art. opstelling, waar
door een door hen tijdig en juist ingrijpen eveneens zeer moei
lijk werd en scheeve toestanden noodzakelijkerwijze moesten
ontstaan. En nog eens, waar men de opstelling der Art. toch
verraadt door te vuren met gewoon rookgevend kruit, zou het
geen bezwaar opleveren om ook bij de opening van een vuur
tevens door een duidelijk zichtbaar teeken, dat toch niet in of
onmiddellijk naast de batt. behoeft te staan, aan te geven,
waarop gevuurd wordt.
Ten slotte nog de vraag, of het, waar de manoevres moeten
dienen voor oefening van alle ingedeelde wapensoorten en dienst
vakken, niet gewenscht ware ook het personeel van den genees
kundigen dienst daarin te doen deelen, door het aangeven van
gewonden enz., teneinde ook de moeilijkheden te doen zien
aan het vervoer daarvan uit de verschillende liniën verbonden,
alsmede om de ingedeelde treinen in hun geheel nu en dan ook
werkelijk toe te voegen, al ware het slechts bij enkele afdeelingen,
teneinde ook daarvan de toepassing te doen zien en het gebruik
te leeren kennen.
C. M. A. Qüack.