280
Bijlage II.
Voornaamste berichten van den 29en Juni.
1. Van Verk. patr. W.P. ten 7 u. 30 v.m.
„200 M. N. van grintweg bij paal 32 een vijand, esk. Cav. ge
zien, marcheerde over den nieuwen postweg, Tomo-Soeme-
dang in W. richting".
2. Comdt. Ie Esk. Cav. aan Brig. Comdt. O.P.van Z.-rand
Bodjong Djati N.O. ten 8 u. v.m.
„Voorhoede-pel. ontving vuur uit O.-rand van den voorgelegen
kampong. Nadat het pel. was afgezeten, trokken de posten
terug. Bij oprukken van het esk. werd vuur ontvangen uit
den N.-rand van Kg. Badama, doch deze rand werd verlaten,
nadat het 2e pel. stelling had genomen op de hoogte Z. van
paal 31. Verder doordringen van het esk. bleek ondoenlijk,
daar de O.-randen van Bodjong Djati N. en Z. bezet waren.
De sterkte van den vijand was moeilijk vast te stellen, echter
werd op den weg 1 off. met 6 man waargenomen. Ik laat
één pel. voor 's vijands stelling en trek met 2 pel. in N. richting
tot vaststelling linkervleugel vijand, stelling.
8 u. 5 m. v.m.Thans wordt ook de N.-rand van Badama ver
laten en zwaar vuur ontvangen uit N.-rand van Bodjong
Djati Zuid".
3. Comdt. 3e Esk. Cav. W.P. van Sempoerendeng ten 8 u.
45 m. v.m.
„Opstelling Cav., 1 pel. op pl. v. verz. met patrouillegang naar
Tjikolé paal 32, 1 pel. bij Tjiembé met patr. gang naar Tjiti-
moen Tjiwalaran Ngalindoeng, 1 pel. Inf. op Sindang, 1
zelfst patr. (13 ruiters) naar Soekamantri en O. daarvan ge
legen weg. Tot dusverre geen vijand meer gezien.
Z. Tji Peles sterke patr. te G-aneas.
Peilpatr. Bodjong meldde 1 batt. op W. helling Ringgit".
4. Van veldwacht No. 2. W.P. ten 6 u. 50 v.m.
„Vijand. Art. bij paal 31 landweg ingeslagen naar G-andasoli".