241
meeste oefeningen op de ringschijf: zooveel punten binnen
kring zooveel. Het spreekt vanzelf, dat de ideaal-schutter hij
is, die de spreidingen van zijn schoten gelijk doet zijn met de
spreiding van het wapen en dat het uit den aard der schiet-
bekwaamheid volgt, dat met het toenemen der geoefendheid
in de richting van leerling-schutter tot ideaal schutter, de sprei
ding moet afnemen. Maar hierbij moet zeker rekening worden
gehouden met de omstandigheid, dat de waarde van een zeker
aantal schoten in een bepaalden kring niet steeds even groot
is als de waarde van een gelijk aantal schoten door een even
grooten kring begrensd, zelfs niet wanneer het aantal schoten
zeer groot is en de gemiddelde trefpunten in beide gevallen
samenvallen met de gewilde trefpunten in het midden van de
kringen. Wanneer men een schutter neemt, die op een be
paalden afstand minstens 90 °/0 van zijn schoten, over een
zeker tijdvak gerekend, brengt binnen kring 9 van de ringschijf,
dan geven die 90 aan, een zekere maat van bekwaam
heid, maar daaruit volgt niet, dat hij niet nu en dan eens een
ongelukje heeft, waardoor een zijner schoten een één wordt.
Nam men alle schoten van schutter A waar, gedurende een
lang tijdvak gesteld zijne bekwaamheid bleef dezelfde dan
zou men b.v. 95 vinden binnen kring 7 en de overige 5
nog binnen kring 1. Neemt men daarentegen een schutter B.
die nog niet zoo ver gevorderd is, dat hij 90 zijner schoten
in dezelfde omstandigheden binnen kring 9 kan brengen, dan
is het toch nog zeer goed mogelijk, dat al zijn schoten vallen
binnen kring 1 en toch zou het onjuist zijn, de bekwaamheden
van beide schutters gelijk te stellen.
Door van beide schutters op te tellen de trefferwaarden,
ontstaat er wel is waar dadelijk verschil, maar dan is dat ver
schil ook zoo groot, dat 't niet zou aangaan voor A de moge
lijkheid open te stellen, dat hij zou afvallen wanneer zijn slecht
ste schot nu eens niet binnen kring 1 had gelegen, maar b.v.
1 cM daarbuiten.
Op de spreiding van een schutter werken 2 soorten fouten
en wel:
le. Zijn gewone onbekwaamheid
2e. Toevallige', fouten.