245 beeld te geven van de afmetingen der vermoedelijke oorlogs doelen en van de moeilijkheden, die zich kannen voordoen om hunne bundels in die doelen te brengen, met zoo min mogelijk schoten daarbuiten, kan het gewenscht zijn, nu en dan op doe len van beperkte afmetingen te doen schieten (b. v. op romp- borst- en kopschijven). Maakt men de doelen zoo groot, dat daarin kunnen worden opgevangen alle schoten met geen grootere afwijking dan over eenkomt met de gemiddelde afwijking, die men van den schut ter op dat oogenblik mag verwachten, dan heeft men alleen het nadeel, dat alle schoten buiten de schijf niet meer kunnen worden gemeten en alleen 0 in rekening worden gebracht, terwijl feitelijk aan hen toch eenige waarde moet worden toe gekend. Dat nadeel vergroote men echter niet, door die zooge naamde misschoten tweemaal in rekening te brengen en wel eenmaal door het aantal trefïerpunten slechts te vermeerderen met een nul en ten tweede male door aan die nul het vermo gen toe te kennen, de andere schoten ook tot de waarde nul of tot een geringe waarde terug te brengen, zooals men b. v. doet, wanneer men eerst laat afvallen de schutters met een misschot. Dat ook bij het schieten op deze schijven de afwijkingen der schoten zoodanig moeten worden gemeten, dat de schutter, die het best tracht, de kleinste gemiddelde afwijking te verkrijgen, in het voordeel komt, volgt dadelijk uit de beteekenis der me ting van de geoefendheid. Dat wil dus zeggen, dat ook bij doe len van beperkte afmeting de schijf in ellipsvormige breedte kringen moet zijn verdeeld. Men brengt de figuur weer zóó aan, dat het gewenschte trefpunt samenvalt met het snijpunt der beide assen. Heeft men eenmaal de afmeting van een zeker doel vastgesteld, door aan te geven de maximum geoorloofde fout in elke richting, dan kan binnen die afmetingen nog alleen sprake zijn van een gemiddelde afwijking elke afwijking aan te geven door den getroffen kring en niet van eene andere waardeering ten opzichte van willekeurig getrokken waarde- lijnen, omdat door die willekeurig getrokken waardelijnen buiten verband met de stelselmatig getrokken kringen, aan het toeval waarde wordt toegekend. Men trekt willekeu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 267