286
Die aan te brengen wijziging stel ik mij als volgt voor:
a. de middensluitriem 3 cM. breed te ma
ken en aan te brengen op 7 t/m 10 cM.
v/d bovenkant van den hals der veldflesch
met gelijktijdige verlenging der thans be
staande benedensluit- (vertikale) en draag
riem en verkorting van den bovensluit-
riem.
b. 4 cM. beneden den onder a. genoem
den middensluitriem een benedensluitriem
(horizontale) aan te brengen, die vastge
naaid zit aan den benedensluitriem (ver
tikale) en den draagriem.
Door deze wijziging verkrijgt daarl>ij de veldflesch zelve meer verti-
kalen hang, waardoor minder vasthaken aan takken enz. het gevolg zijn
zal. Uit de ter afkeuring in de magazijnen liggende schoenen voor
aluminium veldflesschen is duidelijk zichtbaar, dat de tegenwoordige hang
v/d veldflesschen een buitenwaarts overhellende is.
IY. Veldzakken.
Aan dit uitrustingstuk hebben veel reparation a/d onderkant der rug
zijde plaats door het vergaan v/h geverfde linnen blank, vermoedelijk
als gevolg van inwerking van zweet. Daar m. i. goed leder beter be
stand is tegen inwerking van zweet, zou het raadzaam zijn voor het
geverfde linnen blank, gerekend van den onderkant der rugzijde en ter
hoogte van li dM., in de plaats te stellen een evengroot stuk goed leder,
dan wel het geverfd linnen blank te doen vervangen door het oude
russisch doek (zie prijslijst A. O. 1899 No. 2), dat gebleken is van veel
deugdelijker kwaliteit te zijn.
Ook het leder van die veldzakken is van een hoogst inferieure kwaliteit,
wat al dadelijk in het oog valt als men daarnaast ziet de riemen der
oude ransels; dit laatste is eerst werkelijk leder te noemen, het eerste
daarentegen gelijkt wel papier.
Ik geloof dat deze slechte kwaliteit te wijten is aan onvoldoende looijen
van het aan de veldzakken gebruikte leder.
V. Slobkousen. De thans bestaande modellen staan verre ten achter
bij de oud model idem (van blanklinnen met knoopen) wat betreft de
deugdelijkheid en het practisch nut bij het gebruik. Veel doelmatiger en
billijker zijn de putties die in het Engelsche leger in gebruik zijn. Laat
ons nu eens nagaan, welke gebreken a/d nieuw model slobkousen kleven.
a. Het belegstuk aan den voornaad is, daar aldaar weinig slijtage voor
komt, niet alleen overbodig, maar bemoeilijkt bovendien in niet
geringe mate de buiging v/h voetgewricht b/h loopen.
b. Het belegstuk a/d binnenzijde is ruim voor de helft te groot. Hier
door komt het, dat zich, aan die binnenzijde om dat te groote be
legstuk, in het geverfde linnen blank plooien vormen, die door de
aanhoudende wrijving doorslijten en aanhoudende reparatie vereischen.
c. De sluitriemen op zijde, die denzelfden dienst moeten doen als
voorheen de knoopen b/d oude slobkousen zijn veel te lang enworden,
als zeer hinderlijk voor den drager, daarom ook altijd afgesneden.
teekening.
bovenkant hals
.2 Sjj
H s S?
Q 00
CS B
=3 'S cc<
5S 3 2
-2 a®
onderkant.