14
ven. Bij kg. Bosok was ze Z. waarts omgebogen. Yan uit het
Oostelijk deel dezer stelling konden onder vuur worden genomen:
de W. hellingen van den Pangadëgan en hoogte 610, de Sembir-
pas en de voorgelegen sawahvlakte tot Z. van Dangdeur en
Tjibebera. De kampongs Sembir en Panjandangan waren op
geruimd.
In het N. front waren de kampongs opgeruimd, zooals op oleaat
no. 2 is aangegeven, zoodat hier een vrij uitzicht en schootsveld
van 1000 M. verkregen werd.
Op de hoogte W. van Sajang was eene opstelling voor de
mitrailleurs.
De Artillerie vond eene goede stelling op den Ringgit,
waarheen een colonneweg aangelegd werd, en vanwaar men een
vrij uitzicht heeft over het geheele omliggende terrein. Zij
bestreek den Sembirpas, den Z. weg langs den Tji Peles, den
hoofdweg van Paseh naar Soemadang, het tusschen deze lijnen
en onmiddellijk vóór de stelling gelegen terrein en de geheele
sawahvlakte tot aan Dangdeur en Tjibebera.
Het werk op den Palasarie, dat overal vuur kon brengen,
was een krachtigen steun.
De stelling was zeer sterk naar het N. en behoefde slechts
zwak bezet te worden, zoodat eene sterke reserve afgezonderd
kon worden.
De ligging van de Pangadëgan en hoogtepunt 610 tegenover
het O. gedeelte der stelling was wel is waar ongunstig, doch deze
konden van het werk op den Palasari en de batterij op den Ringgit
onder vuur genomen worden, terwijl Infanterie, welke van hier uit
een aanval op de stelling ondernemen wilde, eerst langs de "W. hel
lingen van die toppen moest afdalen onder het vuur van den verde
diger om tot een aanval over een 500 a 600 M. breede open sawah
vlakte over te gaan, of wel langs den Sembirpas, welke eveneens
van uit het fort en de batterij op den Ringgit onder vuur te
nemen was, moest afdalen, om vandaar uit eene omvatting van
den rechtervleugel der stelling te ondernemen, welke echter altijd
weer in een aanval over een open sawahvlakte moest ontaarden.
Yoor het geval de vijandelijke aanval uit het N. W. mocht
plaats hebben, werd eene stelling voor Art. en Inf. uitgezocht
in de lijn Rantja Maja Nangsi, waarheen van af den hoofd-