315
Niemand zal bestrijden, dat de naam Leidraad hier op zijn
plaats is. Jammer genoeg geeft ons de inhoud niet, wat men
van den titel zou verwachten. Op de hoofdstukken III, IV
■en V is van toepassing, hetgeen in den aanhef van dit opstel
betoogd werd. Ik herhaal het te betreuren, dat van de hoofd
stukken I t/m VI van het thans vervallen voorschrift slechts
zoo'n klein gedeelte in den nieuwen Leidraad is opgenomen.
In 2 staat wel, dat het voorschrift alleen werkzaamheden
vermeldt, die door Infanterie zonder hulp van de Genie verricht
■moeten worden, maar hoe vaak moet de Infanterie b. v. wegen
.aanleggen of verbeteren.
Aan het belangrijkste hoofdstuk „Versterken van het terrein
■en opruimen van hindernissen" zijn drie heele bladzijden en
eenige plaatjes gewijd. De aanhef van 20, betreffende den
Inlandschen vijand, is kort en krachtig en zal geene tegenwer
pingen uitlokken. In de 2e alinea wordt echter gesproken van
het gebruik van graafwerktuigen bij den aanval. Het idee is
natuurlijk niet nieuw; maar het moge in Europa, met de vrij
algemeen in gebruik zijnde kleine Infanterieschop, mogelijk zijn
zich in liggende houding eene dekking te verschaften, met de
in Indië gebruikte groote schop zal dit vrij wat bezwaarlijker
zijn en met de patjol
Ik zou hierbij tevens de vraag willen stellen of de veldcom-
pagnieën er niet aanzienlijk bij gebaat zouden zijn, indien bij de
helft der manschappen het kapmes vervangen werd door de
kleine schop. Zonder bezwaar zou dan het aantal van 50
schoppen of patjols bij den gevechtstrein tot een 10 tal kunnen
worden teruggebracht.
De graafwerken bij den aanval boven bedoeld zullen zich
meestal beperken tot gezichtsdekkingen (fig. 39). Evenwel kan
zulk eene gezichtsdekking alleen van nut zijn, wanneer den
vijand hierdoor een moeilijker doel wordt aangeboden, dus hem
het richten wordt bemoeilijkt. Juist ter wille van de mindere
zichtbaarheid, zijn thans bijna overal de bonnetten vervallen, in
het Indische voorschrift gelukkig ook; maar aan een rij hoopjes
versch opgeworpen aarde zal het nadeel der zichtbaarheid zich
vaak in nog sterker mate doen gevoelen; een struik of bosje
gras zou een veel betere gezichtsdekking kunnen bieden. Mijn