317 -dan is de vereischte dikte spoedig en eenvoudig te verkrijgen <zie plaat 7). Bij het profiel voor st. schutters is de vuurlijn op 0.50 M. hoven het maaiveld genomen. Een nadeel zal dit in onze In dische terreinen als regel niet zijn. De voordeelen der hier voorgestelde profielen zijn: le. minder arbeid. Voor de loopgraaf voor kn. schutters met 0.80 M. en 1 M. bovendikte en voor die voor st. schutters is het profiel der uitgraving respectievelijk 48, 55 en 79 dM2., ■(voor de figuren 37 en 35 respectievelijk 64 en 100 dM2j. 2e. een loopgraaf voor kn. schutters is op eenvoudige wijze voor st. schutters in te richten. Heeft men nog tijd over, dan kan de loopgraaf nog verbreed en, met uitsparing van een vol doende breed banket, uitgediept, en met de hierdoor verkregen aarde de borstweringdikte vermeerderd worden. Op deze wijze verkrijgt men afwachtingsdekkingen en wordt de gemeenschap vergemakkelijkt. Dat bij voorkeur uitsluitend loopgraven voor st. schutters gebruikt worden, is een juist beginsel; evenwel een half ei is beter dan een leege dop. De redactie luide dus liever: „Men begint met loopgraven voor knielende schutters aan te leggen; zoo het echter eenigszins mogelijk is moeten deze tot dekkingen voor st. schutters worden verzwaard." Bij de fig. 35 en 37 van den nieuwen Leidraad is met dit beginsel on voldoende rekening gehouden. Bergplaatsen voor munitie kunnen op eenvoudige wijze ver kregen worden door petroleumkisten of blikken, met de opening naar achteren in de borstwering in te graven. „Aan het doelmatig maskeeren der borstwering moet groote waarde worden toegekend" zegt de Leidraad. Wat is maskeeren? Volgens 92 van het thans vervallen voorschrift wordt hieron der verstaan het zoodanig bekleeden van plongée en bintentalud, dat de borstwering zoo miD mogelijk tegen het omliggende terrein afsteekt, ook kunnen takken met bladeren in het plongée gestoken worden om de schutters meer aan het gezicht te •onttrekken. Van masken op eenigen afstand in het voorterrein (Snijders wenscht ze tusschen 25 en 200 M.) stondniets vermeld. Benige wenken hieromtrent acht ik werkelijk niet overbodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 339