15
weg bij paal 26 een colonneweg en een 26 M. lange brug
aangelegd werden.
Yoor het signaleeren van een aanval van die zijde was Bo-
djong telefonisch en heliografisch met den Ringgit verbonden,
terwijl de toevoeging van Inf. aan de op den linkervleugel
ageerende Cavalerie een spoedig uitwijken voor overmachtige
Cavalerie moest verijdelen.
De achtergehouden sterke reserve kon dus, zoodra de hoofd
aanvalsrichting van den vijand bekend was, tijdig ter versterking
van een der vleugels oprukken.
Door het fort werden verder uitgezondenpeilposten bij
Nangsi en op den Ringgit, peilpatrouilles bij Bodjong, Katjapit, en
op den Pengadëgan, welke alle telefonisch verbonden werden met
het fort, en dit laatste weder met den Ringgit (zie oleaat No. 2).
De inrichting en bezetting dezer stellingen geschiedde verder
zooals aangegeven in het hieronder volgende Brigadebevel No. 1
(zie tevens plaat 3 en oleaat 2)
Westpartij. Soemedang 27 Juni 1907.
....Brigade. 8 uur n. m.
Brigadebevel No. 1.
1. Een vijandelijke macht is den 25en Juni te Cheribon geland.
Overmachtige vijandelijke Cavalerie trok heden de Tji Manoek over.
Onze Cavalerie trok op Paseh terug.
De vijandelijke Cavalerie is langs den ouden postweg genaderd
tot Tjonggeang, terwijl op den nieuwen postweg de voeling
verloren is gegaan.
2. „De Brigade zal het Soemedang-acces tot het uiterste
„verdedigen en richt ter hoogte van Soemedang, met het ver
dedigingswerk als steunpunt, een stelling is, onder vooruit-
„schuiving van een compagnie maréchaussée met vier mitrailleurs
„naar Paseh."
De Brigade richt een stelling in loopende langs den Oostrand
der kampongs Bosok Tjalintjing Tandjolaga Kebontjaoe
(Z. oever Peles) en voorts over hoogte West van Taloen hoogte
West van Sajang fört Palasari.