319 „Voorschrift Pionier- en Versterkingskunst voor het Indisch Leger hetgeen ik den lezer hieronder hoop duidelijk te kunnen maken. Volledigheidshalve laat ik hier eerst in het kort de wor dingsgeschiedenis volgen. Het vorige overeenkomstige voorschrift, uitgegeven in 1889 en herdrukt in 1900 was geheel verouderd en beantwoordde dus niet meer aan het doel. Niemand zal toch in ernst kunnen beweren dat het een Leidraad was voor de oefeningen in het Pionieren. Het leek veel meer op een Leerboek in de Pionier- en Versterkingskunst; aan kader werd het niet verstrekt; het was in de cantines te koop voor de respectabele som van f 0,67 en overigens waren eenige exemplaren aan de compagnieën in bruikleen verstrekt. Het kader behoefde er niets uit te kennen noch op de kaderschool, noch bij het rechstreeksch examen voor een rang werd er iets uit geëischt. In de talrijke werk zaamheden, door tekst en ettelijke figuren aangegeven, werd de Infanterie in de praktijk nimmer geoefend, uitgezonderd in die bezigheden, die een gedeelte van den nieuwen Leidraad vormen, en waarop ik straks zal terugkomen. Dat boekwerk nu was in begin 1907 eindelijk en gelukkig uitverkocht; een up-to-date Pionier voorschrift voor het In disch leger liet nog steeds op zich wachten; er moesteven- wel iéts gebeuren; de Chef van het Wapen der Infanterie hakte den knoop door; bovenbesproken werkje werd de wereld inge zonden. Wat is nu het doel van dit hoekje? Punt 23 van den Leidraad voor opleiding en oefening der Infanterie luidt: Aan de pionieroefeningen dient bij de opleiding niet te veel tijd be steed te worden. Van den man wordt alleen geëischt, dat hij eenige handigheid heeft in de verschillende verrichtingen noodig tot het betrekken van een bivak en het overwinnen van terreinhindernissen (voornamelijk het overtrek ken van rivieren) en voorts, dat hij in een oorlog tegen een buitenlandschen vijand gebruik weet te maken van de graafwerktuigen, teneinde zijn vuuruitwerking op te voeren en zich dekking tegen gezicht of vuur te verschaffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 341