320
Punt 52 zegt, dat het pionieren bij de veldbataljons niet
afzonderlijk beoefend mag worden, doch moet worden toege
past, wanneer daartoe bij velddienst-, gevecht-s- en meerdaag-
sche oefeningen aanleiding of gelegenheid bestaat.
Deze bepalingen maakten het noodzakelijk, dat nader werd
medegedeeld welke oefeningen gehouden moeten worden en
op welke wijzehetgeen geschiedde in den hierbesproken Leidraad.
Thans moet dus nagegaan worden in hoeverre dit doel
bereikt is
In aanmerking nemende, dat het onderricht in het Pionieren
alleen praktisch mag plaats hebben, is deze Leidraad die in
tegenstelling met vroeger aan ai het kader, Europeanen zoowel
als Inlanders, gratis verstrekt is èn voor officieren èn voor
kader een wegwijzer, waardoor zij zien waarin die troep moet
geoefend worden en hoe.
Immers, als de man werkelijk goed geoefend is in de aange
geven werkzaamheden, dan kan hij zich een eenvoudig bivakje
maken (hoofdstuk VI), dan behoeft hij voor rivieren enz. zijn
maisch niet af te breken (hoofdstuk V), en dan heeft hij een
groote vaardigheid in het gebruik van graafwerktuigen (hoofd
stuk VI).
Men vindt dan bovendien nog in hoofdstuk II een opgave
van de pioniergereedschappen waarover per compagnie beschikt
kan worden, en in hoofdstuk III, welke grondstoffen in den regel
gebruikt worden, met de namen der meest gebruikelijke mate
rialen (een en ander voornamelijk voor hen, die pas in Indiëzijn).
Hoe die materialen vervaardigd worden is uit de praktijk be
kend elke Inlander weet dat en een Europeaan leert het nooit,
tenzij na geruimen tijd met bamboe te werken, wat tijdver
spilling zou wezen. De figuren geven een duidelijk beeld van
de voltooide materialen en de tekst geeft aan waarvan zij ge
maakt zijn en waarvoor zij gebruikt worden, zoodat met dit
boekje bij zich en een klein beetje gezond verstand niemand's
1) Er zullen waarschijnlijk wel eenigen het met deze bepalingen niet eens zijn en b.v
vinden, dat het Pionieren te veel als bijzaak is beschouwd. Dat is echter een andere
aangelegenheid, die hier niet ter tafel is. Terloops merk ik echter op dat ik voor mij ge
loof, dat dit voorschrift zich geheel aansluit bij do jarenlange praktijk; ten minste het
s my niet bekend dat de Intanterist in het garnizoen in nog andere pionierwerkzaam
heden werd geoefend, dan in de in den nieuwen Leidraad voorge3chrevene.