321 handen scheef behoeven te staan bij het geven van onderricht in de later genoemde werkzaamheden 1). Met het oog op ons groot aanbal reglementen en voorschriften werd gestreefd naar beknoptheid, zonder aan de duidelijkheid te kort te doen; wat uit de figuren reeds blijkt, werd niet in den tekst opgenomen, terwijl verder werd weggelaten datgene, wat elk gewoon militair, die eenigen tijd in Indië is, uit de praktijk bekend moet zijn. Met het geringe aantal Genietroepen in ons leger werd reke ning gehouden, doordien in punt 2 de bepaling werd opgenomen, dat alle in den Leidraad voorkomende werkzaamheden zonder behulp or toezicht van Genietroepen door Infanterie moeten kunnen worden verricht. Nu is het best mogelijk, dat aan Infanterie in de praktijk te velde tegen I.V. of B Y. nog andere pionierwerkzaamheden kunnen worden opgedragen, zooals het aanleggen of verbeteren van wegen, het maken en inrichten van steunpunten in stellingen, het bouwen van meer permanente bivakinrichtingen, van paar- destallen enz. Een ieder zal echter willen toegeven, dat een Infanterist, die inderdaad goed bedreven is in de in den nieuwen Leidraad ge noemde oefeningen, zéér zeker in staat is om in die gevallen {die in de praktijk uitzonderingsgevallen zullen blijven) te doen wat van hem verlangd wordt. De Infanterie-officier heeft dan toch zooveel van Pionier en Versterkingskunst geleerd, dat ondanks het door schrijver geconstateerde gebrek aan studiezin hij toch zeker in staat zal zijn door aanwijzingen enz. der gelijke werkzaamheden te kunnen leiden Wil men met het oog op een oorlog met een B. Y. mèèr dan het bovenvermelde in een reglement of voorschrift vastleggen (waartoe dan b. v. de werkzaamheden, door schrijver genoemd, zouden behooren, zooals bomvrije dekkingen, stellingen, 1) Ik maak van deze gelegenheid even gebruik om te wijzen op de werkelijke fouten, n. 1. 3e punt 6, waar onder de meest gebruikelijke grondstoffen de voornaamste n 1. Grond vergeten is, en 2e fig. 17, een privaatvlot afbeeldende van niet minder dan 9 M. breed en 6 M. hoog, welke onmogelijke afmetingen natuurlijk niet zoo bedoeld zijn, doch welke fout bij de correctie blijkbaar over het hoofd is gezien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 343