325
De zware ruiterij, uitsluitend voor gesloten optreden bestemd
en geoefend, heeft afgedaan; wij vragen thans snelle paarden
met veel volhardingsvermogen, zoo min mogelijk bepakking en
een goed vuurwapen.
De geoefendheid der massa in het rijden van gesloten aan
vallen is niet meer het ideaal van cavaleristisch kunnen; het
doel is thans vorming en opvoeding van den enkelling.
„De eischen, welke de oorlog aan de troepen stelt, dienen
tot grondslag voor de opleiding in vredestijd".
Welnu, de oorlogd. i. voor ons cavaleristen de ophelde-
rings- en veiligheidsdienst trekt de eskadrons uit elkander,
doet onderofficieren, korporaals en manschappen hun moeilijk
werk verrichten buiten de directe inwerking der officieren; hij
eischt naast technische kennis, van een ieder den lust en den
durf tot zelfstandig handelen, het oordeel en de kennis om
goed waar te nemen en te melden. In geen ander wapen is bij
de vervulling der oorlogstaak de oplossing veelal zoo groot als
in het onze; in geen ander kan de meerdere of mindere han
digheid van den eenvoudigen patrouille-commandant zulke ver
strekkende gevolgen hebben.
Daarom kan bij ons wapen niets bereikt worden met stram
me tucht en lijdelijke gehoorzaamheid alleen.
Daarom moet onze opleiding gericht zijn op vorming van
karakters, op aankweeking van zelfstandigheid; moet ons kader
worden opgeleid tot handige doortastende patrouille-comman
danten, onze manschappen tot onverschrokken terreinruiters.
Om aan de eischen van den modernen oorlog te voldoen, moet
niet de oefening der massa als zoodanig, doch die van het indi
vidu op den voorgrond staan. Indien een ieder zijn werk
verstaat en zijn paard kan rijden, dan zijn enkele oefeningen
voldoende om de samenhang in de gesloten manoeuvres te ver
zekeren. Die samenhang echter moet ook heden behouden
blijven, want al is onze ruiterij niet meer in de èèrste plaats een
massa- strijdmiddel, toch moet zij den tegenstander zoowel te
voet als te paard aandurven en aankunnen kampte zij vroeger
mede om de beslissing, thans moet zij vechten voor hare berich
ten. Eene cavalerie, die dat niet kan of niet wil, die zal ze hare
infanterie niet bezorgen ook.