327 3. De cavalerie toegevoegd aan de veiligheidstroepen. Eenmaal de oorlog daar, dan is de legerleiding voor de stra- gische opheldering aangewezen op den spionnendienst en de cava lerie, toevallige baten als bevolkings-, courantenberichten, onder schepte depêches der tegenpartij enz. buiten beschouwing gelaten. De Russisch-Japansche oorlog heeft ons getoond wat een georganiseerde spionnendienst vermag, wanneer die met zorg is voorbereid en geen geld daarvoor gespaard wordt. Met den heer B. ben ik het eens, dat uit die bron afkomstige berichten de legerleiding somwijlen eerder zullen bereiken dan die harer cavaleriemaar zullen zij het ook in betrouwbaar heid daarvan winnen? Ginds is men aangewezen op het ge- gebruik van ter zake niet kundige personen, die hunne gege vens veelal uit de zooveelste hand ontvangen en dan nog wel licht verdraaid of onduidelijk weergevenhier positieve waar neming door vaklieden. Al kan de later komende cavalerie- melding somwijlen den opperbevelhebber niet tot een besluit inspireeren, zij bevestigt hem dan toch in zijne conceptie of vernietigt de grondslagen, waarop hij die bouwde. Zonder eene goede strategische cavalerie is hij afhankelijk van min of meer toe vallige baten, want ook spionnenberichten moet men feitelijk als zoodanig beschouwenmet haar beheerscht hij in zekeren zin den toestand, omdat hij in haar het eenige onder alle omstandigheden en te allen tijde bruikbare werktuig heeft, om zich van de waar heid van geruchten en mededeelingen uit andere bron te over tuigen, en om het beeld, dat hij zich van den toestand aan 's vijands zijde schiep, naar zijne behoefte scherper te omlijnen. Geen wonder dan ook dat de groote staten de hoofdmacht hunner ruiterij voor dezen dienst inzetten en dat zij door toevoeging van rijdende artillerie, van mitrailleurs en van beweeglijke infanterie-afdeelingen de gevechtskracht daarvan trachten op te voeren, om daar, waar snelheid en handigheid niet voldoende blijken om de noodige gegevens te verkrijgen, die desnoods met inzetting van aanmerkelijke krachten af te dwingen. "Voor de tactische opheldering kan men schier uitsluitend op zijne cavalerie rekenen. Wanneer deze dienst zijne grootste werkzaamheid moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 349