329
tegische als aan tactische opheldering, en wel omdat de bevel
hebber daarvan zoowel zijne operatiën moet kunnen ontwerpen
als ze kunnen uitvoeren.
Minder duidelijk is het wellicht voor velen, dat voor de uit
voering dier beide diensten ook verschillende afdeelingen noodig
zijn, zelfs dan, wanneer zij zooals bij ons veelal het geval
zal zijn hunne bevelen van dezelfde autoriteit i. c. den leger
commandant ontvangen. Zelfs wanneer beide diensten onder
denzelfden chef ressorteeren, dan nog verschillen zij zoozeer in
aard en wezen, dat eene zelfde cavalerie-afdeeling niet gelijk
tijdig de vervulling van beide functiën op zich kan nemen.
Yerdeeling van arbeid, ergo splitsing, ook onzer zwakke cavalerie
ten behoeve van den ophelderingsdienst zal noodig zijn.
Keeren wij, om dit te bewijzen nog een oogenblik naar onze
algemeene beschouwingen over opheldering terug.
De strategische opheldering heeft zooals wij zagen ten doel
den bevelhebber de noodige operatievrijheid te verstrekken d.w.z.
zij moet hem de door hem verlangde gegevens zoo tijdig ver
schaffen, dat hij den tijd heeft zich een beeld te vormen van
's vijands handelingen, daaruit zijne conclusiën kan trekken, een
eigen ontwerp van actie kan opmaken en dit in uitvoering vol
brengen. Daartoe moet zij 's vijands hoofdkrachten opsporen,
waar zij zich bevinden, in voeling met hen blijven bij al hunne
bewegingen, hen volgen wanneer zij terugwijken en elastisch
nageven, wanneer zij opdringen. Onvermoeid speurend en mel
dend, moet zij de leiding binnen de grenzen van het mogelijke
voortdurend op de hoogte houden van de groepeering en bewe
ging dier strijdkrachten op het operatietoonel en moet zij de eigen
hoofdmacht op een minimum afstand vooraf gaan welke af
stand bepaald wordt door den eisch van operatievrijheid en na
tuurlijk verband houdt met den tijdduur, noodig voor den op-
marsch en eventueele concentratie der eigen colonnes in
maximum is die afstand onbepaaldtheoretisch zelfs hoe grooter
hoe beter, mits aan den vijand. Zij ageert dus ten behoeve der
hoofdmacht, doch los daarvan, daarom noemt men de met de uitvoe
ring van dezen dienst belaste ruiterij wel zelfstandige cavalerie 1).
1) Men versta dit woord niet verkeerd. De zelfstandige cavalerie verricht haren dienst
naar de inzichten en op uitdrukkelijke bevelen van de legerleiding; zij voert dien echter
uit, los van de eigen hoofdkrachten.
I. M. T. 1908. 22