333 ■gemaakt. Daartoe is noodig, dat onze cavalerie voor deze patrouil les het beste geve wat zij heeft: snelle, vlotte en volhardende paarden, kloeke ruiters en een commandant officier of onderof ficier vol zelfvertrouwen en wien de lust tot avontuurlijke on dernemingen, den durf tot wagen, in het bloed zit. Voorts moeten zij zoo sterk gemaakt worden dat zij, ook na het lijden van eenige verliezen of het afzenden van ordonnansen, nog tegen de patrouil les der vijandelijke verkenningsdetachementen zijn opgewassen. Vertrouwende op haar goed geluk en de snelheid en zeker heid hunner paarden, gaan zij aanvankelijk recht op haar doel af. Vijandelijke patrouilles worden bij voorkeur vermeden, doch alleen dan, wanneer het zich laat aanzien dat dit zonder groot tijdverlies mogelijk is; zoo niet, wel dan stoot men onver wachts er op in. Nu vooral is het zaak snel te handelen; eenmaal door de vijandelijke patrouilles gemeld, brengt elke mi nuut de deze steunende afdeeling naderbij en vermindert daar mede de kans op doordringen. Elk gebruik van de karabijn is thans uitgesloten, het gevecht te voet kost tijd en bindt de patrouille aan hare plaats; neen! nu moeten de paarden en de sabels hun werk doen, dat alleen gaat snel. En nu vraag ik, lezer, is dat bereden infanterie-werk? Deze ontmoeting met de patrouilles der vijandelijke ophel derende cavalerie is het beslissende moment voor onze patrouil le. Slaagt zij er in den vijand overhoop te rijden en zich in èèn élan door, een flink eind van de plaats der ontmoeting te verwijderen waardoor hare vervolging door later ter plaatse komende afdeelingen zeer moeilijk wordt dan bereikt zij bijna zeker haar doel. De patrouilles der vijandelijke veiligheids-ca- valerie, die slechts een en gen terreinkring afsluiten, kan zij makkelijk uit den weg blijven, zonder tot al te tijdroovende omwegen genoodzaakt te zijn. Eenmaal in het bezit van een waardevol gegeven, moet dit worden overgebracht. Blijft de patrouille n voeling met den vijand, dan moet de commandant zijn schat aan ordonnansen toevertrouwen 1). Worden deze op hun terugweg ontdekt, dan 1) Natuurlij c zullen deze patrouille?, waar mogelijk, voor de verzending harer berich ten van bestaande telegraaf- ot telefoonlijnen gebruik maken. En zoude ook bij ons de organisatie van een cav.-po3tduivendienst niet uitvoerbaar zijn?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 355