888 schreven: „In het openbaar verschijnende zijn de onderofficieren en korporaals steeds met het kapmes gewapend", heeft het bestaan van een sabelkwast geen zin meer. Een en ander gaf ons aanleiding: A. Een onderscheidingsteeken te ontwerpen (wij geven ons idee voor beter!), dat voldoen zou aan de navolgende eischen: 1. Uniform geplaatst en uniform met de onderscheidingstee kenen bij het overig deel van het leger2. Doeltreffend3. Klein 4. Net; 5. Practisch6. Goedkoop; 7. Minimum opzetloon. B. Yoor te stellen de sabelkwast te doen vervallen, en, waar noodig (en nog niet ingesteld), deze te vervangen door een le deren handlis. ad A. 1. Om te voldoen aan den eisch, gesteld in dit punt, stelden wij vast het te plaatsen aan weerszijden van de kraag sluiting van atilla, eenvoudige-, en kapot-jas. De opstaande kragen verschillen wel met elkaar in hoogte, doch dat is volstrekt geen be zwaar de teekening geeft aan op welke wijze het distinctief op de kraag moet worden bevestigd. Bij de hierbijgevoegde berekeningen is met het een en ander rekening gehouden. Een goede confectie van dit deel der kleeding is noodzakelijk en eischt meer aandacht. Verder zijn wij zoo vrij naar bij gaande teekeningen (plaat 8 en 9) te verwijzen I I. Infanterist 1ste klasse, mei-Europeaan. ooc J II. idem. Europeaan, tevens scherp- galon. j schutter (richter eerste klasse). Geel III. Niet-Europeesch korporaal, galon. IV. Europeesch korporaal. V. Niet-Europeesch fourier. VI. Europeesch fourier. VII. Niet-Europeesch sergeant. VIII. Europeesch sergeant (wachtmeester), tevens scherpschutter. IX. sergeant-majoor (opperwachtmeester). X. Europeesch sergeant voor specialen dienst (menagemeester.) Ad. A. 2, 3 en 4. Zie teekening. Goud (zilver) galon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1908 | | pagina 360