340
ons plan dat dinstinctief te geven aan den sergeant menage
meester.
Ad A. 6 en 7 en ad. B.
Tot een goed en gemakkelijk overzicht hebben wij eenige
staten hierbij gevoegd, die ons de groote besparing leeren kennen
bij invoering van het voorgesteld distinctief tegelijk met het
afschaffen van de sabelkwast.
Staat I.jaarlijksche besparing op de vernieuwing per graad
en per hoofd.
Staat II.: idem per compagnie.
Staat III.: idem per veld-bataljon.
Staat IV.: idem voor het garnizoen
Magelang met de besparing voor eerste uitrusting gedurende
het jaar 1907.
Staat Y geeft aan de besparing op het wapen der Infanterie
(vredes-organisatie).
Volgens den maatstaf in staat IV is de besparing op eerste
uitrusting ongeveer gelijk aan twee-derde van de jaarlijksche
vernieuwing. Wij gelooven, dat dit de werkelijkheid voor het
geheele leger zeer nabij zal komen.
Is nu de besparing voor het wapen der Infanterie ongeveer
achttienduizend gulden per jaar, dan is het niet te grof dit voor het
geheele leger op ongeveer 30, 000 per jaar te stellen. Voorwaar
geen kleinigheid
De eerste vraag is nu: Hoe dit geld te besteden?
Wij stelden ons voor deze som te storten, voor minstens twee
derde gedeelte in een, in gouvernements beheer, op te richten
pensioen-fonds voor weduwen en weezen onzer onderofficieren
en minderen.
Zoo zou zonder meerdere kosten voor het Gouvernement het
geheele leger voorzien worden van een goed, net en practisch
distinctief, en tevens gezorgd zijn voor een jaarlijksche bijdrage
van minstens twintigduizend gulden in een fonds, dat de tijd
zal leeren noodzakelijk te zijn.
Een Compagniescommandant.